1 februari 2011 NOTULEN van de raadsvergadering van 1 februari 2011 om 19.30uur Aanwezig: Raad: De heren J.W.M. van Gulik, H.A.G.M. van de Ven, mevrouw J.C.M. Aerts-Hermans, de heren J.P.C.M. van Iersel, B.C. van de Kamp, mevrouw M.C.A. de Groot-Haen, de heren C.A.J.M. de Rooij, J. Hendrickx, M.C.J.P. van Oosterwijk, mevrouw M.J.F. Immink-Hoppenbrouwers, de heren M.N.H.M. van den Hout, J.A.P.M. Swaans, mevrouw A.C.J.J.M. Naaijkens-Adriaansen, de heer A.A.C.G. van der Put, mevrouw W.C.P.M. van den Brand, de heer G.C.P. van Ostaden, mevrouw A. Eikelenboom, de heer W.M.A. Couwenberg; College: Mevrouw M.G. Rijsdorp, de heer J. van Groenendaal, de heer J.J.W.M. Sperber, de heer J.A.M. Verhoeven, de heer Th. van der Heijden; Afwezig: De heer E.L.M. Schellekens; Voorzitter: mevrouw M.G. Rijsdorp, burgemeester; Griffier: de heer H.M. van ’t Westeinde; Secretaris: de heer J.M. Tromp. De VOORZITTER: Dames en heren, leden van de raad, ik open bij deze de vergadering van dinsdag 1 februari. Ik mag u vragen om te gaan staan en een moment stilte te betrachten voor een persoonlijke overdenking. Dank u wel. Ik zal eerst beginnen met een stemcijfer te trekken. Het cijfer dat ik heb getrokken is nummer 15. Ik vraag aan de griffier wat dat betekent, wie het eerst aan de beurt is bij de spreekronden en dat zal zijn de heer Van de Ven. Dus, meneer Van de Ven, we beginnen bij u als er een spreekronde is en we gaan met de klok mee. Ik meld dat er een bericht van verhindering is van de heer Schellekens van de Lijst Riel-Goirle. Ik wil deze vergadering beginnen met de heer Van Gulik te condoleren met het overlijden van zijn vrouw namens de raad en de griffie. Fijn dat u vanavond aanwezig bent. Dames en heren, u merkt ondertussen op dat ook de Lokale Omroep niet aanwezig is. Die kan helaas om technische redenen vanavond deze raadsvergadering niet uitzenden. Dus wat dat betreft fijn dat we ook een aantal mensen op de 2 1 februari 2011 publieke tribune hebben en dat we helaas dus niet deze raadsvergadering aan de andere inwoners van Goirle kunnen doen toekomen. 1. VRAGEN EX ARTIKEL 41 REGLEMENT VAN ORDE (‘VRAGENUURTJE’) De VOORZITTER: Daarvoor is door de SP aangemeld dat zij vragen van deze categorie willen stellen. Het is op tijd ingediend en ik wil daarom ook graag aan de heer Van Ostaden het woord geven. Gaat uw gang, meneer Van Ostaden. De heer VAN OSTADEN: Dank u wel, voorzitter. Via de openbare besluitenlijst van B&W vernamen wij dat vijf hondentoiletten worden gesloopt. Die zijn in 2005 gesloten en onze vraag is: waarom zijn ze toen gesloten en waarom kiest dit college voor sloop en niet voor opknappen? Tweede vraag: rond de jaarwisseling hebben we weer veel last gehad van sneeuw en ijs en niet voor even, maar voor een best lange periode, waarin trottoirs en wegen spiegelglad waren en vooral ouderen durfden gewoonweg niet meer buiten te komen. Voorzitter, ziet dit college de mogelijkheid om bij langdurige gladheid meer straten te strooien, dus het stratenplan uit te breiden en is het college het eens met de SP dat het verplicht vegen van de stoep weer terug moet in de APV? Dat zijn de vragen. De VOORZITTER: Dank u wel, meneer Van Ostaden. U weet hoe de werkwijze is bij dit agendapunt. Wethouder van Groenendaal in dit geval zal antwoorden op uw vragen en daarna is er ook de mogelijkheid voor u en andere raadsleden om nog heel in het kort eventueel vragen daarover te stellen. Ik geef het woord aan wethouder Van Groenendaal. Wethouder VAN GROENENDAAL: Dank u wel, voorzitter. Meneer van Ostaden, ik heb de vragen vrij laat gekregen, vanmorgen pas, maar ik heb toch getracht om daar een antwoord op te formuleren, maar ik zeg u uiteraard ook toe dat u de antwoorden ook schriftelijk nog krijgt. Ik zal proberen zo volledig mogelijk te zijn. Waar ik dat niet ben, dat vindt u dan terug in het schriftelijk antwoord uiteraard. Waarom het opruimen van een vijftal hondentoiletten en waarom zijn ze toen gesloten, luidde uw vraag. Dat antwoord staat eigenlijk al verweven in de B&W-nota van december jl., maar als bezuiniging zijn in 2005 de hondentoiletten in Goirle en Riel gesloten, met uitzondering van één hondentoilet en dat is het hondentoilet in het Molenpark. Dat is indertijd gedaan omdat de kosten van de reiniging van de hondentoiletten nogal hoog waren, terwijl er toen – en ik heb het dan over het jaar 2005 – geen inkomsten waren uit hondenbelasting. Die bestond hier toen nog niet. Tegelijkertijd werden de hondentoiletten destijds ook niet zo goed gebruikt, omdat de hondenbezitters destijds ook bang waren voor het overbrengen van ziektes. Dat even vooraf. Ze hebben ze toen afgesloten, niet opgeruimd. Het onderhoud van het hondentoilet in het Molenpark is overgegaan naar de Stichting Amarant, dus daar heeft de gemeente verder geen bemoeienis meer mee en dat hondentoilet wordt nog steeds gebruikt door hondenbezitters die het Molenpark bezoeken en bij de toekomstige inrichting, herinrichting eventueel van het park valt nog te bezien of we daar die voorziening nog moeten handhaven, ja dan nee. Maar goed, wij hebben daar als gemeente in ieder geval geen enkele financiële verplichting of iets 3 1 februari 2011 dergelijks aan. Nou vraagt u ook waarom kiest dit college voor sloop en niet voor opknappen. In 2007 is er een nieuw hondenbeleid opgesteld en in 2008 is vervolgens de hondenbelasting ingevoerd en dat is gebeurd aan de hand van een viertal pijlers, te weten: de regelgeving, voorlichting en communicatie, faciliteiten, handhaving en controle. Daar is indertijd zeg maar het hondenbeleid op gebaseerd. In de APV, en ja, misschien een beetje een raar verhaal of geen raar verhaal, maar ik zal het even voorlezen. Daar is bepaald dat honden in openbaar gebied binnen de bebouwde kom te allen tijde aangelijnd moeten zijn en alleen hun behoefte mogen doen als de uitwerpselen vervolgens opgeruimd worden. Daar hebben we dus uiteraard wel het een en ander aan gedaan, want we hebben in 2008 in Goirle en in Riel ongeveer een tweehonderdtal hondenpoepbakken geplaatst. Die bakken worden wekelijks geleegd. Daarnaast is er een tiental dispensers opgehangen, u weet wel, waar die zakjes in verkrijgbaar zijn waar de uitwerpselen in gedaan kunnen worden, zodat de hondenbezitters ze kunnen deponeren in de daarvoor bestemde bakken. En daar wordt dus ook een controle op uitgevoerd door de Boa en uit die controles blijkt gewoon dat het werkt, laat ik het zo zeggen. Het is nog niet helemaal up-to-date, maar het werkt wel. En ja, het is natuurlijk de verantwoordelijkheid van de hondenbezitter, maar goed, sinds het nieuwe beleid heeft de Boa geconstateerd dat de hondenpoepoverlast flink is teruggedrongen. Dat wil niet zeggen dat we helemaal van de overlast af zijn uiteraard. Handhaving en voorlichting blijven uiteraard wel noodzakelijk. Maar met het oog op het minimale gebruik van de hondentoiletten en de vele klachten die we kregen over de verontreiniging, hebben wij het raadzaam geacht de oude voorzieningen op te ruimen. Dus dat is het antwoord op uw vraag. Uw derde vraag was: wat kosten opknappen en beheer? De kosten voor het beheer zijn niet inzichtelijk, omdat sinds 2008 andere voorzieningen geplaatst zijn. Dus dat is nooit onderzocht. Dus de kosten van opknappen zijn om die reden nooit onderzocht, omdat gebleken is uit de voorzieningen van 2008 dat die een acceptabel resultaat hebben opgeleverd. Dus dat is nooit onderzocht. Dat wat betreft de hondenuitwerpselen. Dan kom ik bij uw andere vraag, het sneeuwvrij maken van trottoirs en wegen. Is er de mogelijkheid om bij langdurige overlast meer straten te strooien, was uw vraag. We hebben een gemeentelijke gladheidsbestrijding. In de regeling 2010/2011 is vastgelegd dat wordt gestrooid op basis van een aantal uitgangspunten, waarin niet alle wegen daarin worden opgenomen. Wel busroutes, wijkontsluitingen, invalswegen en belangrijke andere wegen. Die worden gestrooid en sneeuwvrij gemaakt volgens de tekening en de routes. De routes zijn onderverdeeld in een drietal prioriteitsklassen, maar nogmaals, ik zal dat op schrift zetten, want dat is misschien te detaillistisch om dat hier te vertellen. We hebben een blauwe, een rode en een groene route en die routes kunt u ook terugvinden op de gemeentepagina van de gemeente Goirle. Daar staat overigens niet het beleid op, maar ik zal zorgen dat er dat alsnog op komt, want dan kunt u het ook daar nalezen. Daar staan wel de strooiroutes op vermeld overigens. Bij normale algehele gladheid is de afspraak zeg maar met degene die dat voor ons doet, dat er bepaalde routes binnen een bepaalde termijn gestrooid moeten zijn en dan doen we nog handmatig sneeuwruimen en strooien, maar dat wordt slechts op locaties gedaan die van algemeen belang zijn, zoals bijvoorbeeld het gemeentehuis, het winkelcentrum, het verpleeghuis, het 4 1 februari 2011 bejaardentehuis. Daar blijkt uit dat eventueel bij langdurige overlast aanvullend gestrooid zou kunnen worden, maar van belang is hierbij natuurlijk heel erg de capaciteit en de huidige dienstverlening voor de aannemer die dat doet, want die aannemer werkt dus op basis van beschikbare capaciteit. Die voldoet aan de eisen om de blauwe, rode en groene zone tijdig binnen de gestelde tijd te kunnen strooien. Als deze routes uitgebreid moeten worden, zoals u vraagt, dan moet op de eerste plaats de aannemer investeren in meer materiaal en dan begrijpt u dat ook de beschikbaarheidsvergoeding zal moeten worden verhoogd. Dat is evident uiteraard. Mevrouw AERTS: Voorzitter, mag ik even een kleine vraag stellen ter verheldering? De VOORZITTER: Misschien is het handig als u die even tot zo dadelijk bewaart. Dan kunnen we eerst even deze beantwoording doen en dan is er gelegenheid tot vragen nog. Dank u wel. Wethouder VAN GROENENDAAL: Dan vraagt u nog, meneer Van Ostaden, is het college het eens met de SP dat het verplicht vegen van de stoep terug moet in de APV. De APV wordt herzien. In dat kader zullen wij bezien om de verplichting tot het vegen van de stoep in die APV op te nemen, evenwel, zonder daar eventueel handhavende consequenties aan te verbinden. Want het is namelijk zo, juridisch bekeken dus, wanneer je het in de APV opneemt, dan ben je uiteraard ook verplicht om het te handhaven. Wij zijn echter van mening dat het een gezonde burgerplicht moet zijn en eigenlijk een vanzelfsprekendheid voor onze inwoners, maar we gaan bezien wat we daarmee kunnen. Maar het is indertijd uit de APV verdwenen, puur omdat de handhavingstaak niet werd uitgevoerd. Daarom is het indertijd uit de APV verdwenen. Ik hoop u hiermee voorlopig voldoende te hebben geïnformeerd en ik zal de antwoorden nog iets gedetailleerder aan u doen toekomen. De VOORZITTER: Dank u wel, wethouder, voor uw uitvoerige antwoord. Ik kijk naar meneer Van Ostaden, daarna naar de andere raadsleden. De heer VAN OSTADEN: Ik heb nog één opmerking over dat strooien, want in Tilburg wordt ook, daar staat het overigens wel in de APV, dat mensen de stoep zuiver moeten houden, maar daar wordt ook geëxperimenteerd met borstelen en misschien dat we aan Tilburg kunnen vragen wat daar de resultaten van zijn, want dat is iets anders als vegen en zout strooien, maar daar zijn ze bezig met borstelen. Dus dat moeten we even nakijken. En van die hondentoiletten, ja, als we voor sloop kiezen zou dat ook betekenen dat we de hondenbelasting af kunnen schaffen, want dat facilitaire valt dan toch weg en dan kunnen we, ja, een paar zakjes hangen we dan nog op, maar misschien is dat een goede reden om af te zien van de hondenbelasting. De VOORZITTER: Dank u wel. Ik inventariseer even wie hier nog verdere vragen over wil stellen. Mevrouw Aerts, ik kijk het laatst naar u, want ik begin even te kijken bij de heer Van de Ven, de heer de Rooij, dan mevrouw Aerts en dan heb ik iedereen gehad. Gaat uw gang, meneer De Rooij. De heer DE ROOIJ: Dank u wel, voorzitter. Ik wil alleen de opmerking maken dat wij de gedachte van de SP om het zelf schoonhouden van het straatje bij sneeuw, dat wij die gedachte wel ondersteunen om daar de burger op aan te spreken en om dat wellicht op te nemen in de APV. Of we dat nou gaan handhaven of niet, het lijkt me in ieder geval goed als we dat in die APV plaatsen, dat op die manier burgers toch aangesproken worden op hun verantwoordelijkheid. 5 1 februari 2011 De VOORZITTER: Dank u wel. Mevrouw Aerts, u had nog een vraag? Mevrouw AERTS: Dank u wel, voorzitter. Ja, ik hoorde de wethouder zeggen dat er naast de wegen ook bepaalde openbare ruimtes gestrooid werden en ik kreeg deze winter de vraag of het dan ook geldt voor het gebied waar de markt op is. De VOORZITTER: Uw vraag is duidelijk. Wethouder, voor de tweede keer, het woord is aan u. Wethouder VAN GROENENDAAL: Dank u wel, voorzitter. Op de eerste plaats, meneer Van Ostaden, op uw vraag van dat borstelen, dat zal ik uiteraard even nagaan, maar die opmerking gaf u uiteraard al mee. U zegt dan kunt u de hondenbelasting wel afschaffen, want dan zijn er ook geen faciliteiten. Maar ik heb u net genoemd, we hebben een tweehonderdtal hondenpoepbakken, om het zo maar te zeggen, hondenuitwerpselbakken, die wekelijks geleegd worden; we hebben zakjes daar hangen, dus die faciliteiten zijn wel degelijk aanwezig. De hondenbelasting is indertijd ook duidelijk ingevoerd vanwege het feit dat we daar ook op faciliteren. Dat is indertijd in de raad nog een hot item geweest. Het is dus niet zo dat er totaal geen faciliteiten zijn. Dan de heer De Rooij, ik ben het met u eens, maar dat heb ik al toegezegd. We gaan bezien of het in de APV kan, alleen, ik heb u ook gezegd van nou, het is juridisch een beetje moeilijk, want je moet er dan wel op handhaven. Maar we gaan het uiteraard bezien en ik vind het uiteraard, maar dat heb ik al eerder gezegd, niet meer dan een burgerplicht. Maar goed, dat is denk ik wel duidelijk. Mevrouw Aerts, het gebied van de markt. Ja, dat zit daarin. Mevrouw AERTS: Mag ik even vragen, geldt de markt in Riel daar ook bij? Wethouder VAN GROENENDAAL: Ik mag hopen van wel, mevrouw Aerts. Ik heb toevallig zelf waargenomen, een beetje flauw misschien, maar zelf waargenomen, niet in Riel, maar als ik hier met slecht weer naar het gemeentehuis kom en ik kom donderdagochtend hier vroeg, dan is men hier al aan het vegen en aan het strooien. Maar ik weet het uiteraard niet in Riel, maar…. Mevrouw AERTS: Zou u dat dan na willen kijken, want dit jaar is er niet geveegd, dat weet ik namelijk persoonlijk zeker. Wethouder VAN GROENENDAAL: Ik zal het voor u nakijken, maar we zijn één gemeente, dus dat strooibeleid geldt uiteraard ook voor Riel. De VOORZITTER: Dank u wel. Ja, dat is de werkwijze van artikel 41-vragen en u krijgt dus nog, conform de toezegging van wethouder Van Groenendaal, de zaken ook nog op schrift. Dat zal overigens aan u allen dan wordt verstrekt. De vragen ex artikel 41 zijn hiermee behandeld. 2. VASTSTELLING AGENDA De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld. 6 1 februari 2011 3. VASTSTELLING VAN DE NOTULEN EN BESLUITENLIJST VAN DE GEMEENTERAADS-VERGADERING VAN 14 DECEMBER 2010 De VOORZITTER: Hier zijn ook geen op- of aanmerkingen van tevoren op aangegeven, dus ook daarbij concludeer ik, met uw instemming, want ik zie instemmend geknik, dat daarmee de notulen en de besluitenlijst kunnen worden vastgesteld. Bij deze. Zonder hoofdelijke stemming worden notulen en besluitenlijst omgewijzigd vastgesteld. B-stukken 4. RENOVATIE SPORTPARKEN VAN DEN WILDENBERG EN DE KRIM De VOORZITTER: De raad heeft op 5 oktober het college de opdracht gegeven te onderzoeken op welke wijze renovatie van sportpark Van den Wildenberg moet plaatsvinden en welke financiële dekkingsmiddelen hiervoor beschikbaar zijn. De raad heeft ook besloten tegelijkertijd de voorbereiding van de renovatie van sportpark De Krim op te pakken. Door het college is een aanpak opgesteld. Die moet leiden tot twee sportparken die sporttechnisch de komende twaalf tot vijftien jaar goed zijn en ook de exploitatie moet goed geregeld zijn. Er moet een meerjaren onderhoudsplan met financiële dekking komen en tot slot zal bekeken moeten worden of er ruimte wordt gereserveerd voor basisschool De Kameleon. De raad wordt gevraagd in te stemmen met deze aanpak en de wijze van financiering en tot slot vraagt het college om 500.000,-- euro voor de uitvoering van voorbereidende werkzaamheden. Wie wenst graag het woord over dit agendapunt, agendapunt 4? Ik zie mevrouw Immink, de heer Swaans, de heer Couwenberg, mevrouw Eikelenboom, de heer Van der Put, de heer Hendriks en de heer Van Iersel. Ik begin bij mevrouw Immink, gaat uw gang. Mevrouw IMMINK: Dank u wel, voorzitter. Voor ons ligt het raadsvoorstel over de renovatie van de sportparken Van den Wildenberg en De Krim. Het college stelt onder meer hierin voor in te stemmen met de wijze van financiering, waarbij 2,5 miljoen ten behoeve van het sportpark Van den Wildenberg en iets meer dan twee ton ten behoeve van het sportpark De Krim beschikbaar zal worden gesteld. Daarnaast stelt het college voor om vijf ton beschikbaar te stellen in de vorm van een voorbereidings-krediet en dit is bedoeld voor de kosten die gemaakt moeten worden door het college om een renovatieplan op te stellen. Even voor de beeldvorming, deze kosten beslaan bijna één vijfde deel van het voorgestelde totale budget en dit is een volledig kunstgrasveld. Het mag intussen meer dan duidelijk zijn dat Pro Actief Goirle voor de sporters in Goirle en Riel andere plannen had met een ambitieus en 7 1 februari 2011 duurzaam toekomstbestendig karakter. Nu in de raadsvergadering in oktober is besloten dat verplaatsing van het sportpark niet doorgaat, moeten ook wij ons hierin schikken en ons ambitie-niveau bijstellen. Een bijstelling naar 2,7 miljoen. Een bedrag dat dit college met veel kunst- en vliegwerk in deze tijd van crisis en noodzakelijke bezuinigingen volgens eigen zeggen kan verantwoorden. Dus het omruilen van een hoog ambitieniveau voor de politieke realiteit die nu speelt is hier aan de orde. Maar politieke realiteit wil niet zeggen dat ambitie niet meer aan de orde hoeft te zijn. Pro Actief Goirle wil graag ambitie terugzien in het durven maken van keuzes. We zijn van mening dat er keuzes gemaakt moeten worden uit een aantal prioriteiten. We kunnen dus beter, naar ons inziens, een paar prioriteiten goed aanpakken met zo’n krap budget dan van alles een beetje aanpakken. Het college heeft het in het voorstel over een sporttechnisch adequaat en exploitatietechnisch adequaat sportpark. Dus een sportpark waar sport ook echt mogelijk is met sportvoorzieningen die deugdelijk en passend zijn. Aan de andere kant geeft het college ook aan in zijn collegeprogramma dat deze bestuursperiode een bestuursperiode zal zijn waarin moeilijke keuzes moeten worden gemaakt. Een sportpark dat op alle fronten adequaat is met een houdbaarheidsduur van vijftien jaar is in onze ogen met dit budget een onhaalbare kaart. U kunt het met me eens zijn dat keuzes maken, prioriteiten stellen en zorgvuldig met de beschikbare middelen omgaan dus heel erg belangrijk is in deze. We hebben hier te maken met sportverenigingen die voorzien in een gigantisch grote maatschappelijke behoefte en die gedragen worden door een rijk verenigingsleven. En dan doel ik niet op het woord ‘rijk’ in de definitie van het woord financieel rijk zijn, maar op sportverenigingen die zich inzetten voor de sport en zijn leden, sportverenigingen met echt realiteitszin. Deze sportverenigingen begrijpen goed dat we in een tijdfase zitten met bezuinigingen en dat we allemaal geconfronteerd worden met de gevolgen van de kredietcrisis. Het zijn verenigingen met een proactieve houding. Ze hebben goed in beeld wat voor hen de grootste primaire behoefte is of wat de grootste prioriteit is. Zij willen meedenken, zelf initiatieven nemen, maar ook gebruik maken van eigen zelfredzaamheid en zelfwerkzaamheid binnen de verenigingen om het sportpark goed gerenoveerd te krijgen. De inspraakreactie van de heer Mallens, voorzitter van VOAB, in de commissie Welzijn van 11 januari en een brief die ons namens de besturen van VOAB en MHC en GSBW deze week bereikte, zijn hier sprekende voorbeelden van. Dit zegt veel over deze verenigingen, veel over hoe zij met sport bezig zijn, mét teamgeest en met hun leden. Een gemeenteraad kan zich in deze tijd geen betere adviseurs wensen. Van alle keuzen die gemaakt kunnen en moeten worden hebben de verenigingen de grootste prioriteit al aangegeven. We kunnen daarom gewoon beter luisteren naar de verenigingen zelf. Zij weten als geen ander welke prioriteiten voor hen het allerbelangrijkst zijn. Zij zijn de echte ervaringsdeskundigen. De grootste verenigingen, VOAB, GSBW en MHC, geven aan dat voor hen de allerbelangrijkste primaire behoefte is dat vóór het nieuwe seizoen in totaal vier kunstgrasvelden gerealiseerd worden. Laten we nu gewoon uitgaan van een primaire behoefte van deze sportverenigingen. Durf te kiezen en durf te varen op de kennis en de zelfwerkzaamheid van de verenigingen zelf. Laten we eerst zorgen dat het allerbelangrijkste wordt gerealiseerd door er nu alvast mee te beginnen en in een later stadium over te gaan tot het aanpakken van behoeftes met wat minder prioriteit. 8 1 februari 2011 Concluderend wil ik nu zeggen dat het voorbereidingskrediet ter waarde van een kunstgrasveld niet nodig is vanwege het voorbereidende werk van de sport-verenigingen zelf. Het voorgaande leidt daarom ook tot een motie die u dadelijk krijgt uitgereikt, die het college de opdracht geeft vier kunstgrasvelden gerealiseerd te hebben in samenspraak met de verenigingen voor het nieuwe buitensportseizoen. Ter aanvulling wil ik even aangeven dat, wanneer u met deze motie meegaat, het niet meer dan vanzelfsprekend is dat het raadsvoorstel, lid 1, 3 en 4, ons inziens daarmee komt te vervallen. Dank u wel. De VOORZITTER: Dank u wel, mevrouw Immink. Ik begrijp dat u de motie op schrift heeft en die ook aan eenieder kan worden uitgereikt. Hij moet nog gekopieerd worden, begrijp ik, dus u krijgt dat zo dadelijk. Dan geef ik eerst het woord aan de heer Swaans. De heer SWAANS: Voorzitter, dank u wel. Ook de VVD is van mening dat het in het raadsvoorstel voorgestelde voorbereidingskrediet aan de hoge kant is. We hebben daar in de commissie natuurlijk ook al uitdrukkelijk over gesproken en ik heb begrepen dat het CDA daarover een amendement in zal dienen en dat zullen wij dan zo dadelijk ook graag aanschouwen. De VVD vindt dat ook zo min mogelijk indirecte kosten gemaakt moeten worden voor het renoveren van het sportpark. Hoe meer er naar het sportpark zelf kan, des te beter en er is natuurlijk al voorbereidend werk gedaan. Voor de verenigingen en de gemeente geldt: wat het zwaarst is, moet het zwaarst wegen. Die belangen zouden af kunnen wijken. Het college zal veiligheid wellicht primair stellen. Begrijpelijk, in verband met de consequenties die onveilige situaties voor zowel sporters als de gemeente kunnen hebben. Van belang is dat de samenwerking tussen de sportverenigingen en de gemeente optimaal dient te zijn. Efficiënt en doelmatig werken dient voorop te staan. Efficiënt duidt uiteraard ook op de uit te geven middelen. Samenwerking maakt sterk en kan geld besparen. College, luister goed naar de ideeën en de plannen van de verenigingen. Verzand niet in een, met alle respect, te ambtelijke aanpak. Ga pragmatisch met een en ander om en zorg dat met de beschikbare middelen een zo optimaal mogelijk resultaat wordt bereikt. De VVD realiseert zich dat, als je gaat kiezen hoe je dat aanpakt en als je middelen recht-streeks naar de verenigingen zou laten gaan, dat we natuurlijk een BTW-probleem hebben en dat wil ik toch uitdrukkelijk aangekaart hebben, want het belang bij 2,7 miljoen euro, daar zit toch een 430.000,-euro omzetbelasting in. Als sportverenigingen de omzetbelasting niet kunnen verrekenen als ze dus zelf wat zouden gaan doen en de gemeente kan dat wel, dan hebben we daar natuurlijk toch wel een royaal kunstgrasveld te pakken. Dus daarover moet goed nagedacht worden. Zoals door de VVD ook in de commissie is gesteld, vinden wij het van belang om goed aandacht te besteden aan het terugdringen van het onderhoud en dit komt ten gunste van de te realiseren dekking van de renovatiekosten. Voor het overige wacht de VVD even op de amendementen, want het is de VVD bekend dat ook de PvdA een amendement in gaat dienen en wij nemen daar zo dadelijk graag kennis van. De VOORZITTER: Dank u wel, meneer Swaans. Dan is nu de heer Couwenberg. Aan u het woord. De heer COUWENBERG: Voorzitter, toen wethouder Van Eijkeren in de vergadering zei dat de sportvelden gelijk vernieuwd zouden moeten 9 1 februari 2011 worden als ze niet verplaatst zouden worden, dan zou dat veertien miljoen kosten. Dat is natuurlijk nogal een hoop geld. En de Toekomstvisie zei van we moeten een kwaliteitsslag maken, ook voor de sport. Nou, het college heeft 2,5 miljoen euro bij elkaar gevonden in de begroting om een begin te maken met de renovatie of het onderhoud van de sportparken Van den Wildenberg en De Krim. Voorzitter, er is al gezegd van er moet veel gebeuren. Het PAG vertelde dat we beter meteen vier kunstgrasvelden aan kunnen leggen. Dan zijn we meteen klaar. Maar zo ligt dat niet. Er liggen ook nog sportvelden, natuurvelden, die gerenoveerd moeten worden, opgewaardeerd, en dat kost ook ongeveer twintigduizend euro per veld. Nou, je kunt niet ineens gaan zeggen van we souperen dat bedrag meteen op met het onderhoud, het onderzoek en het voorbereidingswerk en dan zeggen van, nou, laat de rest maar liggen. Dus we moeten het zorgvuldig, heel zorgvuldig gaan bekijken wat eerst en hoe we dat zullen gaan doen. We zullen natuurlijk de kennis moeten gebruiken van de verenigingen, ook van de ambtenaren die het voorwerk altijd uitstekend gedaan hebben. Dus andere kennis hoeven wij niet te hebben, alleen van de kennis gebruik maken van het Sportbedrijf Tilburg, waar overigens de ambtenaren al contact mee hebben en daar hun voordeel mee zullen doen. De VOORZITTER: Ik begrijp dat de heer Van Oosterwijk wil interrumperen? De heer VAN OOSTERWIJK: Ja, zeer zeker, als dat mag van u. De VOORZITTER: Als u een korte vraag heeft, ja, zeker. De heer VAN OOSTERWIJK: Het is geen vraag. Ik wil de woorden van de heer Couwenberg enigszins nuanceren. Hetgeen mevrouw Immink heeft gezegd wil absoluut niet betekenen dat voor ons met de aanleg van vier kunstgrasvelden de kous af is. Nee, met het budget dat over is moet uiteraard ook gekeken worden naar secundaire en wellicht tertiaire prioriteiten die bij de sportverenigingen leven. De heer COUWENBERG: Dan is er niks meer over. Vier keer vijf ton, dat is twee miljoen, en het voorbereidingswerk, dan is er niet veel meer over. De heer VAN OOSTERWIJK: Ik heb ook niet gezegd dat er veel over is. Daarom kiezen wij er ook voor om de hoogste prioriteit als eerste goed aan te pakken en niet te verzanden in van alles een beetje. De heer COUWENBERG: Nou, voorzitter, dat wil ik ook. Ik wil namelijk ook de kunstgrasvelden vanavond via een amendement naar voren brengen. Ik vind dat we moeten beginnen met twee kunstgrasvelden en die moeten we aanleggen op de trainingsvelden, want dan hebben we twee velden meer. Twee speelvelden meer en dat betekent ook dat we ruimte hebben in ieder geval voor de school. Dus, dat wil ik al zeggen, voorzitter, en dat zou ik in ieder geval niet in 2012 willen doen, maar na dit speelseizoen in mei. Ze hebben ongeveer drie tot vier weken nodig om te bekijken of het aangelegd kan worden, het kan aangelegd worden. We zouden kunnen wachten op de voorjaarssportnota van Tilburg, die over twee, drie weken uitkomt. Daar zullen we kunnen kijken hoeveel sportvelden, kunstgrasvelden aangelegd moeten worden en dan zouden we in combinatie, samen met de regio, of Oisterwijk, zullen kunnen beginnen om tot een voordelige prijs te komen, want er is natuurlijk nogal een prijs te halen met scherp inschrijven. Voorzitter, dan heb ik al iets verteld over de andere natuurvelden die behandeld moeten worden. Deze week is er gerold. Gerold, dat wil zeggen 10 1 februari 2011 geëffend; ze zijn vlak gemaakt. Maar de bovenste structuur, dat zit het hem net in, die moet verbeterd worden. In Tilburg hebben ze me gezegd, toen ik contact heb gehad met de hoofdambtenaar in Tilburg, die zei van nou, wij hebben speciale machines, die zijn er zeer weinig, dat zijn goede machines, daar kunnen wij productie mee maken en dan kunnen er bijvoorbeeld, net als veld 4 van VOAB, dat staat altijd onder water en dat wordt altijd als eerste afgekeurd. Hij zei: acht uur eraan werken en het probleem is opgelost. Kosten: ongeveer duizend euro. Ik vind dat we toch een beetje meer moeten investeren in die sportzaak en dan moeten we het goed doen. Dan blijkt ook nog eens iets anders. Dan moeten we zoeken naar een goede architect die gaat kijken naar de kleedaccommodaties van de sporters en de scheidsrechters en dan kunnen we kijken, samen met de verenigingen, hoe we het beste en wanneer er begonnen zal kunnen worden. Hier wordt ook gesteld dat we in 2012 pas met de activiteiten zouden beginnen. Dat vind ik te laat. Wij moeten meteen in mei al kunnen beginnen, zoals ik zojuist gezegd heb, met die twee sportvelden. Voorzitter, dan iets over de veiligheid. De veiligheid heeft te maken met de fietsenstalling en de weg. Daar kunnen we misschien ook subsidies voor krijgen van de provincie, zodat dit ook aangelegd kan worden. Ook de Wim Rötherlaan krijgt een andere invulling. Dan kunnen we dat met de Nieuwkerksedijk meteen omswitchen en dat wordt een fietsverbinding en dan kunnen we meteen zo een heel ander oog leggen rondom de VOAB- en GSBW-terreinen, sportpark Van den Wildenberg. Voorzitter, dan nog iets over de afschrijving. Hier wordt gesteld van twaalf tot vijftien jaar hebben wij uitgetrokken. Dat kun je niet zeggen, want de afschrijving van een kunstgrasveld duurt vijfentwintig jaar, gebouwen veertig jaar en overigens, de afschrijvingstermijnen van de gemeente Goirle lopen eigenlijk niet zo precies in de pas zoals het in de regio gebruikelijk is. Daar zouden we nog eens naar moeten kijken met het opstellen en met het verder invullen van de plannen. Dan heb ik nog iets over wat de meneer van de VVD al aangekondigd heeft, het CDA zou met een amendement komen over de bekostiging van die vijf ton. Daar staat eigenlijk iets verkeerds in. Verkeerd in die zin, ze zeggen van vijf ton willen we die bezuinigen, willen we terug naar 2,5, maar als het nodig is, dan kom maar. Nee, wij hebben een amendement ingediend, dienen een amendement in, als we tenminste door het CDA niet op onze wenken bediend worden, dan zullen wij een ander indienen. Gewoon 250.000,-- euro, en dat is genoeg. Hier wordt al gezegd: voor die 250.000,-- euro kun je veel doen, maar we moeten onze ambtenaren verschrijven, dus het zal toch altijd wel tot een bedrag van 250.000,-- euro kosten. Dan nog iets, nog een vraag… De VOORZITTER: Heeft u dat amendement op schrift? Kunnen we dat zo even krijgen? De heer COUWENBERG: Ja, zeker. Dat krijgt u zo, voorzitter, als ik uitgesproken ben krijgt u dit. De VOORZITTER: Prima, gaat uw gang. U bent aan uw afronding bezig, begrijp ik? De heer COUWENBERG: Daar was ik aan bezig, voorzitter. Mevrouw de voorzitter, om nu toch af te ronden wil ik het verzoek doen naar de wethouders en de commissie Ruimte. Er is mij verteld, als er raadsleden of commissieleden zijn die in het Sportbedrijf Tilburg de machines willen bekijken en de toestand van de velden elders in de regio, die er al verschrikkelijk veel 11 1 februari 2011 liggen, vijfentwintig procent van de voetbalvelden zijn kunstgrasvelden, dan denk ik, voorzitter, dat we dan toch goede kennis op kunnen doen hier voor de regio en ook voor onze eigen portemonnee. Dat was het in eerste instantie, voorzitter. De VOORZITTER: Dank u wel. Dan zullen we uw amendement… De heer COUWENBERG: Voorzitter, ik zal mijn amendement even voorlezen. Punt 2, toevoeging raadsbesluit. Voorzitter, het college stelt voor een voorbereidingskrediet beschikbaar te stellen van 500.000,-- euro ten behoeve van de renovatie van de sportparken Van den Wildenberg en De Krim. Volgens ons is dit bedrag veel te hoog. Wij menen dat 250.000,-- euro meer dan genoeg is. In het verleden is genoeg kennis vergaard door de ambtenaren, de sportbonden en verenigingen om met dit bedrag de renovatie ten uitvoer te kunnen brengen. Ook de informatie die wij bij derden hebben ingewonnen onderschrijft deze stelling. Dus wij gaan ervan uit, het is een amendement dat verder strekt dan dat van het CDA, hier komt ook weer een verstrekkend amendement, dat is een toevoeging aan het raadsbesluit. Voorzitter, het college stelt voor dat in 2012 de gefaseerde uitvoering van start gaat van het project renovatie sportparken Van den Wildenberg en De Krim. Vooruitlopend op dit project willen wij voorstellen in 2011 alvast zorg te dragen voor twee kunstgrasvelden op de locatie sportpark Van den Wildenberg, omdat de staat van de huidige velden ontzettend slecht is. Door gebruik te maken van kunstgrasvelden kunnen de overige velden ontzien worden. Aanleg zou mogelijk kunnen zijn in de competitievrije periode, te weten: eind mei tot half augustus 2011. Die twee kunstgrasvelden zouden dan automatisch toebedeeld moeten worden aan VOAB 1 en aan GSBW 1. Dat was het, voorzitter. De VOORZITTER: Dank u wel. De amendementen zullen gekopieerd worden en daarna uitgedeeld. Dan geef ik nu het woord aan mevrouw Eikelenboom. Mevrouw EIKELENBOOM: Dank u wel, voorzitter, en ter compensatie zal ik het een stuk korter houden. Voorzitter, de SP vindt dat we snel de handen uit de mouwen moeten steken voor een volwaardig sportpark in Goirle en Riel. Primair heb je daarvoor nodig goede sportvelden, goede kleedkamers en een leuke kantine. Laten we het daarom niet moeilijker maken dan het is. Een voorbereidingskrediet van vijf ton vinden wij wel erg, erg veel en het college moet al het mogelijke doen om ruim binnen dat budget te blijven. De sportclubs zitten niet te wachten op een tijdrovend onderzoek. Veel feiten zijn immers al bekend en het verhaal van de heer Mallens over paddenstoelen in de kleedkamers was meer dan duidelijk. Wij willen gewoon snel resultaat zien. Voorzitter, wat de Kameleon aangaat, wij vinden dat een basisschool in een woonwijk gevestigd moet zijn en niet buiten een wijk. Dus ook op dat punt kan het onderzoek vereenvoudigd worden. Als er nu geen plaats is voor de school, is dat er straks ook niet, want renoveren betekent opknappen en renoveren betekent niet verkleinen van het sportpark. Voorzitter, in overleg moet ook gekeken worden hoe de clubs zelf met verf en kwast bij kunnen dragen aan de renovatie van het sportpark, want voor de financiële middelen zullen we moeten sprokkelen in alle hoeken en gaten. Ondanks de financieel sombere tijden vindt de SP niet dat er half werk geleverd moet worden. Kwaliteit verdient zichzelf terug. Gezien de nadrukkelijke wens voor kunstgras heeft de 12 1 februari 2011 aanleg van kunstgrasvelden voor de SP de hoogste prioriteit. Wij stellen voor: minder onderzoek en sneller beginnen. Tot zover. De VOORZITTER: Dank u wel, mevrouw Eikelenboom. Het woord is aan de heer Van der Put. De heer VAN DER PUT: Dank u wel, voorzitter. Voorzitter, in navolging van de woorden van mevrouw Immink denk ik dat wij kunnen stellen dat het toch jammer blijft dat de verplaatsing van het sportpark niet door is gegaan. We zitten met een voldongen feit. Er is besluitvorming gepleegd over dit onderwerp, dus we moeten door. En nu ligt er een plan voor dat toch al 2,5 miljoen kost, dus 2,5 miljoen meer dan het voorgaande plan. De middelen zijn erg gering. Voorgaande sprekers hebben dat al in voldoende mate aangegeven. Zeker gelet op eerdere schatting dat een echte renovatie van het sportpark tussen de 7 en 9 miljoen zou kosten, ja, dan valt 2,5 miljoen wel erg uit de toon, maar wij hebben natuurlijk ook wel oog voor het feit dat de bomen in gemeenteland op dit moment in financiële zin niet tot de hemel reiken. De verenigingen hebben ook zelf aangegeven dat er voor 2,5 miljoen niet erg veel gedaan kan worden. Voorgaande sprekers hebben al allerlei dingen gezegd over kunstgrasvelden en over de kleedkamers. Het aspect wat ik eigenlijk mis, dat is toch de aanpak van de legionella. Ik denk dat binnen het krediet dat hier aan de orde gesteld gaat worden dat probleem toch zeker opgelost moet worden, want het lijkt mij een wettelijke verplichting in het kader van de volksgezondheid en veiligheid dat dat in ieder geval aangepakt wordt. Ook hebben voorgaande sprekers al in voldoende mate aangegeven dat we echt een beroep moeten gaan doen op de zelfwerkzaamheid van de verenigingen en op hun creativiteit en het voorstel van de VVD kan ik mij wel een beetje in vinden. De heer Swaans zegt van nou, je zou misschien toch eens kunnen overwegen om die clubs zelf een budget te geven, waarbij je natuurlijk het BTW-aspect grondig moet onderzoeken, maar je zou dat in de plannenmakerij zeker als een alternatief kunnen onderzoeken. Voorzitter, dan het raadsbesluit zelf. Het raadsvoorstel is met name wat mij betreft, voor wat betreft het dekkingsvoorstel erg verwarrend en onduidelijk en al bij de behandeling in de commissie heb ik gesteld dat het raadsvoorstel in de vorm zoals het er toen lag niet door kon naar de raad. Toen werd ook nog voorgesteld om het totale krediet alvast te voteren, zonder onderliggend plan. Wethouder Verhoeven heeft in de behandeling in de commissie aangegeven dat het college wat al te gretig was en heeft toen toegezegd het voorstel aan te passen. Nou, dat is ook gebeurd, maar wat mij betreft in onvoldoende mate. De wethouder heeft gezegd het gaat mij om het voorbereidingskrediet om aan de slag te kunnen met de plannen en daar is natuurlijk niks mis mee. Maar waar het voorliggend voorstel mee in de fout gaat, dat is dat de raad gevraagd wordt om de initiatiefvoorstellen inclusief de dekkingsvoorstellen vast te stellen. Dat is beslispunt 1. En vervolgens ook nog eens expliciet in te stemmen met de wijze van financiering, beslispunt 2. Dat is uitermate onduidelijk, omdat ook nog eens wordt aangegeven dat het krediet pas aan de raad gevraagd zal worden als het renovatieplan opgesteld is. Nou, wat is dan de status van dit besluit? Heeft het het karakter van een begrotingswijziging? Want tenslotte worden de gelden alvast gealloceerd, die worden bestemd, er worden potjes leeggehaald en waarom wordt de raad dan niet om een begrotingswijziging gevraagd? Kijk, het is natuurlijk prima dat het college zijn huiswerk doet en alvast zoekt naar dekking, maar het gaat te ver 13 1 februari 2011 om de raad nu al over de dekking te laten besluiten als er nog geen kredietvoorstel is. En ook nog geen inhoudelijk plan. Naar mijn mening zou beslispunt 1 dus moeten luiden: het projectinitiatief vast te stellen en kennis te nemen van de daarin vermelde dekkingsvoorstellen. En beslispunt 2, over de wijze van financiering, dat zou moeten vervallen. Voorzitter, ik wacht even het antwoord van de wethouder op deze stelling af, voordat ik over deze twee beslispunten eventueel een amendement indien. Dan even als antwoord op de stellingen die hier al zijn betrokken over het voorbereidingskrediet zelf, de vijf ton. Ook wij vinden dat aan de hoge kant, twintig procent van het totale budget. Wat ons betreft zou het ook voor de helft kunnen. Dank u wel. De VOORZITTER: Dank u wel, meneer Van der Put. Het woord is aan de heer Hendrickx. De heer HENDRICKX: Dank u wel, voorzitter. Het CDA is, zoals we ook in de commissie al hebben gezegd, in algemene zin heel tevreden met het voorstel dat op tafel ligt. Daarvoor ook een compliment aan het college. De voortvarende wijze waarop zij toch gelden hebben weten te vinden in deze tijden voor de renovatie van het sportpark. Echter, wij willen wel graag meer geld voor renovatie en in principe zo weinig mogelijk geld voor voorbereiding en planvorming en daarom willen wij toch enkele zaken anders besloten zien. Het CDA wil dat er zo veel mogelijk van het beschikbare geld ten goede komt aan de feitelijke renovatie. Nou, dat hebben we in feite al meerdere partijen horen zeggen. Ik denk dat we het allemaal met elkaar eens zijn daarover. Dat willen wij dan ook realiseren door het voorbereidingskrediet te halveren van 500.000,-- euro naar 250.000,-- euro. Dit geld kan dan rechtstreeks ten goede komen aan de renovatie van het sportpark en als dat dan kunstgrassprieten moeten zijn, dan is dat zo, dat horen wij dan graag van de sportverenigingen zelf, want dat is namelijk het volgende punt. Die halvering kan ook verantwoord worden door een kanteling in gedachten hierbij te bewerkstelligen, namelijk: een aantal argumenten die de wethouder in de commissie genoemd heeft als zouden die gedaan moeten worden in die voorbereidingsfase. Daarvan zijn wij van mening, maar dat heb ik ook anderen hier horen zeggen, eigen verantwoordelijkheid, eigen inbreng, zelf de kwast ter hand nemen. Dat zijn geen zaken die ambtelijk moeten gebeuren, maar dat zijn zaken die wat ons betreft door de sportverenigingen zelf mogen gebeuren. Zij hebben er het meeste verstand van, zij weten het beste wat ze willen, dat is wel gebleken. Vandaar dat wij dus een amendement willen indienen voor een halvering van het voorbereidingskrediet. Zal ik dat eerst voorlezen of zal ik nog even reageren op een aantal zaken? De VOORZITTER: Goed, leest u het amendement maar voor. De heer HENDRICKX: Dan zal ik daarna nog even reageren op een aantal zaken die gezegd zijn. Het amendement van het CDA betreffende agendapunt 4, renovatie sportparken: De raad, in vergadering bijeen, overwegende dat: De hoogte van het voorgestelde voorbereidingskrediet van 500.000,-- euro niet voldoende concreet onderbouwd is; De vuistregel gehanteerd door het college “gangbare percentages bij planontwikkelingen’ van 0% van het totale budget in deze tijd van strakke budgettering en schaarse middelen arbitrair is; 14 1 februari 2011 Er voor de planvorming reeds substantiële informatie voorhanden is; De sportverenigingen in het kader van de ‘kantelingsgedachte’ – wat kunnen zij zelf doen – een belangrijke rol spelen in dit proces; De beperkte middelen voor renovatie van de sportparken maximaal ingezet moeten worden voor materiële verbetering van deze accommodaties; Indien aantoonbaar blijkt dat het beschikbare voorbereidingskrediet niet toereikend is, het college kan komen met een aanvullend kredietvoorstel , Besluit: Het voorgenomen besluit lid 3 als volgt te wijzigen: 3. Ten behoeve van de uitvoering van de voorbereidende werkzaamheden zoals beschreven in het Projectinitiatief, een voorbereidingskrediet beschikbaar te stellen van 250.000,-- euro. De VOORZITTER: Dank u wel. Wij zullen dat amendement even kopiëren en dan zal het ook straks uitgedeeld worden. De heer HENDRICKX: Dan wil ik meteen even het verschil, als u mij dat toestaat, voorzitter, meneer Couwenberg heeft eigenlijk een aangepaste versie van ons amendement ingediend. Die heeft met name het laatste bulletpoint laten vervallen, dus dat het college alsnog bij de raad kan komen met een extra gemotiveerd voorstel. U wilt dus in feite een taakstellende halvering. Nou, daar zijn wij niet voor, meneer Couwenberg, wij vinden het netjes dat als het college gemotiveerd bij de raad terugkomt met mogelijke redenen waarom het meer zou moeten zijn, dat ze dat altijd mogen. Dan is het nog maar de vraag of we daar dan als raad met zijn allen mee akkoord gaan, maar dat hoeft van ons niet taakstellend. Wat betreft de motie van Pro Actief Goirle, vinden wij dat wat te kort door de bocht. In feite zegt u morgen beginnen met kunstgrasvelden aanleggen. Nou, wat ons betreft moet dat zo snel mogelijk, maar er zal toch wel degelijk iets van een planvorming, al is het maar een heel kleintje, moeten zijn. Wat ons betreft, snel een goed plan opstellen en daarna zo snel mogelijk aan de slag, maar deze gedachte steunen wij niet. De VOORZITTER: Dank u wel. Dan geef ik het woord aan de heer Van Iersel. De heer VAN IERSEL: Dank u wel, voorzitter. Veel is al genoemd uiteraard. De Lijst Riel-Goirle is een voorstander van zoveel mogelijk geld naar het sportpark. Geld dat naar het voorbereidingskrediet gaat kan niet naar de sportverenigingen. Wanneer het college een modus vindt om dit zo goedkoop mogelijk te realiseren, dan kan de Lijst Riel-Goirle dit alleen maar toejuichen. Overleg met de sportver-enigingen is in deze een noodzaak. Kunstgrasvelden is ook een noodzaak volgens de bestuurder van de vereniging. Maar, let wel, een goedkoop kunstgrasveld, dan heb ik even mijn pet op, levert meer blessures op dan de kwalitatief betere kunstgrasvelden. Ook de afschrijvingstermijn zal in deze korter zijn. Wat we beter kunnen doen, is de verenigingen met voorstellen laten komen ten aanzien van hun eisen en een uitgewerkt plan kunnen zij daartoe ophalen bij de KNVB en bij de Koninklijke Nederlandse Hockey Bond, waar allemaal plannen liggen voor kunstgrasvelden met kostenplaatjes en alles erbij. Dat hoeft geen ambtenaar 15 1 februari 2011 nog na te gaan, daar kunnen de verenigingen zelf mee komen en dan kunnen wij kijken van wat we daaraan bij kunnen dragen. We hoeven niet het wiel opnieuw uit te vinden, die plannen liggen gewoon klaar bij de verschillende bonden. Dus wat dat betreft denk ik dat de verenigingen dat eerst zelf kunnen doen en dat wij daar zo weinig mogelijk aan hoeven bij te dragen. Tot zover, voorzitter. De VOORZITTER: Dank u wel. Dan wil ik graag het woord geven aan wethouder Verhoeven. U heeft heel veel vragen en opmerkingen en ook één motie en een aantal amendementen. Ze worden u ook aangereikt. Mogelijk kunt u ook in uw beantwoording de reactie van het college op deze motie en de amendementen meenemen. Gaat uw gang. Wethouder VERHOEVEN: Dank u wel, voorzitter. Op de eerste plaats heb ik er behoefte aan om te vertellen dat ten aanzien van deze renovatie de heer Van Groenendaal, mijn collega en ik dit project samen zullen trekken. De verdeling die wij maken, hoewel soms niet helemaal precies volgens een bepaald lijntje, in grote lijnen toch de voorbereiding, strategie en wat met R.O., ruimtelijke ordening, te maken heeft, bij mij zal zijn. Vandaar dat ik in eerste instantie vragen zal beantwoorden en zodra wij het gaan hebben over de contacten met de verenigingen, de wijze waarop en het tempo waarin, de onderwerpen die daar ter sprake zullen komen en straks realisatie en beheer van het sportveld, de heer Van Groenendaal meer het woord zal voeren. Dat vooropgesteld. U heeft een heleboel vragen gesteld en min of meer in dezelfde categorieën. Laat ik eens beginnen met die categorieën te noemen en dan kijken of u individueel daar nog verschillen in aanbrengt. De grootste gemene deler is volgens mij de hoogte van het voorbereidingskrediet. Laat ik u daar, in navolging van wat daarover in de commissie aan de orde is geweest, vertellen dat wat u zegt hout snijdt en het college vindt ook dat er zoveel mogelijk van dat geld, overigens is het een onderdeel van die 2,7 miljoen, dus het is niet zo dat als u teruggaat van 5 ton naar 2,5 dat wij dan verwachten dat we minder geld zouden hebben, maar ook wij vinden dat het grootste deel van het geld, zoveel mogelijk van dat geld gestoken moet worden daadwerkelijk in de renovatie van de sportvelden. Echter, we hebben twee grote redenen genoemd voor de hoogte van dit bedrag. Dat is a) dit zijn v.a.t.-kosten, oftewel kosten die bestaan uit voorbereidingsgeld, adviesgeld en toezichtgeld en daarbij gebruiken wij een vuistregel van ongeveer 20%. En daarnaast heb ik in de commissie een aantal voorbeelden genoemd van zaken die wij nog nodig hebben. Ik ga daar niet al te diep op in, maar toch even dit. Wij snappen wel dat als er vanaf 2003 een onderzoek ligt naar de toestand van de velden, waarbij aan is gegeven waar de mankementen zitten en tussen 2003 en nu is daar niks substantieel aan veranderd, dat die velden niet beter zijn geworden en dat we dus niet hoeven te onderzoeken of ze beter zijn geworden of hoe dit nu zijn; die zijn nog steeds onvoldoende. Er zijn ook nog wel een heleboel zaken te onderzoeken die wel mogelijk veranderd zijn. De voorzitter van VOAB heeft hier ook aangegeven dat zijn club qua grootte een heel stuk veranderd is. Die samenstelling, die verdeling van teams is wel noodzakelijk om te kunnen vaststellen hoe de capaciteitsbehoefte is. Dat geldt voor alle andere verenigingen precies zo en dat geldt niet alleen voor de velden, maar voor de hele accommodatie. Er is onderzoek nodig naar, waar u ook naar gevraagd heeft, hoe zit het BTW-verhaal in elkaar op het moment dat wij het doen of op het moment dat die verenigingen zelfwerkzaamheid 16 1 februari 2011 gaan verrichten. Er zijn echt nog genoeg zaken over die ook onderzocht moeten worden. Die twee dingen, dus een vuistregel en de zaken die we nog moeten te weten komen, die hebben geleid tot dit bedrag. Edoch, gezien het streven van het college om zoveel mogelijk geld op de goede plek terecht te laten komen, zou het college ook kunnen leven, want inmiddels hebben wij, we hebben ook niet stil gezeten, inmiddels is ons gebleken dat een deel van de informatie die wij nodig hebben vrij dichtbij te krijgen is. Stukjes bij de verenigingen, maar nog veel meer, meneer Couwenberg sprak daar al over, bij onze buurgemeente Tilburg, die al heel veel ervaring heeft met kunstgras en ook in allerlei soorten en maten. Ik kom daar dadelijk op terug. Een heleboel zaken die hier liggen zijn ook te combineren tot de informatie die wij nodig hebben. Dus, het college zou kunnen leven en zou derhalve dus dit amendement over kunnen nemen, vooral ook, en dan heb ik het over het amendement van het CDA, vooral ook omdat men terecht, volkomen terecht aangeeft dat mochten er zich zaken voordoen die wij als college heel goed aan u kunnen uitleggen, dat we dan bij u niet vergeefs zullen aankloppen als daar enige uitbreiding voor nodig is. Hoewel ik met de motivatie van uw amendement niet helemaal meega als u zegt dat het niet voldoende is onderbouwd. Ik vind dat we wel degelijk zaken hebben onderbouwd, meer dan zeggen, dan de enige reden die u aangeeft, zeg maar van we willen zoveel mogelijk geld bij de clubs terecht laten komen. Volledig valide, maar dat is ook het enige argument in deze. Maar niettemin zouden we daarmee kunnen leven. Een tweede punt is, waarom moet je zoveel onderzoek doen, begin met het kunstgras en dan zijn we klaar. Ik zeg het wat kort door de bocht, maar ongeveer zo klonk het. Als wij het hebben over renovatie, ben ik het eens met de uitspraak van mevrouw Immink: doe het wel goed of doe het anders niet. Doe het niet halve bak, en dat zijn dan weer mijn eigen woorden. Dat is absoluut niet de bedoeling. Wij zijn er vast van overtuigd, en die overtuiging groeit in de afgelopen weken, wij zijn er vast van overtuigd dat we met dit taakstellende bedrag, wat wij onszelf hebben, daar bedoel ik u en het college mee, dat wij onszelf opleggen, dat we met dit taakstellende bedrag wel degelijk een heel goede verbetering kunnen aanbrengen op het sportpark. En of u dat nou renovatie of opknappen noemt, daar blijf ik dan even buiten, maar wij kunnen een heel goede verbetering aanbrengen. We hebben daar een sportpark dat groot genoeg is. We hebben een sportpark dat lekker dichtbij is, dat goed bereikbaar is voor iedereen, dat dicht bij de kern ligt. Dat zijn allemaal voordelen. Maar er zijn een paar dingen ook grondig mis en die kunnen we opknappen, maar dat blijft niet bij kunstgrasvelden alleen. Daar ben ik heilig van overtuigd. Het zou doodzonde zijn om nu te snel te gaan, ons geld dadelijk kwijt te zijn en vervolgens daar prachtige kunstgrasvelden te hebben liggen die om andere redenen slecht bruikbaar zijn. De beweegredenen die in dit projectvoorstel, projectinitiatief staan, zijn: wij gaan kijken naar veiligheid, wij gaan kijken naar capaciteit van de accommodatie en wij gaan kijken naar laten we zeggen de gebouwen, de gebouwelijke zaken, maar we gaan dus kijken bij veiligheid naar legionella, door u genoemd. Wij gaan kijken naar de manier van parkeren, of dat nou auto’s of fietsen zijn, de toegankelijkheid, de wegen, het hekwerk in verband met vandalisme wat daar optreedt. We moeten die velden, nu ook, maar dan ook, als we ze opgeknapt hebben natuurlijk ook proberen zo goed mogelijk te houden. Er moet gekeken worden naar drainage. Wij kunnen niet overal 17 1 februari 2011 kunstgras aanleggen en de huidige gewone grasvelden zullen ook een facelift moeten krijgen. De berekeningscapaciteit is op sommige onderdelen van onze sportparken niet in orde. We zullen een nieuw onderhoud/beheer/ exploitatieplan op gaan stellen. Daar hebben we tijd voor nodig. De BTWcomponent is al genoemd. Er liggen een paar beerputten die aangesloten moeten worden op de riolering. Als het gaat over de aantallen kleedkamers, de paddenstoelen die genoemd zijn, het vocht dus, het ontbreken van invalide-toiletten, dat zijn allemaal zaken die we op zijn minst moeten bekijken, voordat we prioriteiten kunnen stellen. We gaan daar goed over nadenken. Juist om te voorkomen dat we van dat beperkte bedrag geld over de balk smijten waar we straks spijt van hebben, hebben wij een degelijk onderzoek nodig en daar nemen we even tijd voor. In die tussentijd wordt er gegarandeerd gewoon gehockeyd en gevoetbald, dat weet ik zeker. En als er zo’n laag sneeuw ligt, zoals we afgelopen winter hebben gezien, dan redden we dat met kunstgras ook niet, dan ligt het stil. Dat ligt nu stil en dan ligt het op een spiksplinternieuw sportpark stil en dan ligt het straks op een gerenoveerd sportpark ook stil. Daar kunnen wij niks aan veranderen, of we moeten binnen gaan voetballen. De onderhoudstoestand van de lichtmasten moet bekeken worden. Nou goed, u heeft daarom, terecht, een opdracht gegeven aan ons college om te kijken naar hoe kunnen wij de sportvelden renoveren en u hoeft daarbij de opdracht gegeven om te kijken naar dekkingsvoorstellen. Ik zeg dat in aanloop naar een antwoord wat ik de heer Van der Put zal geven. Dus, mevrouw Immink, wij vinden wat wij willen niet onbetaalbaar en ook niet onhaalbaar. Wij realiseren ons wel dat wij niet met dit geld een nieuw sportpark hebben en dat is ook uit en te na besproken met de clubs en ik heb stellig de indruk, ondanks natuurlijk dat er momenten zijn dat die clubs voor zichzelf opkomen en u en ons proberen te bewerken om daar zoveel mogelijk uit te halen, ik verwacht niet anders, maar tegelijkertijd heb ik zeer sterk het gevoel dat de verenigingen ook heel realistisch zijn. Die weten ook wel wat er kan en niet kan en waar ze tot nu toe op konden rekenen bij de gemeente. Die clubs, dat zijn grote verenigingen, met een grote inzet, die zijn van grote betekenis en daarom hebben ze ook recht op zorgvuldigheid. We moeten daarbij niet te snel gaan en nou, ik kan daar allerlei vergelijkingen op loslaten, dat zal ik deze keer niet doen. Als wij snel vier kunstgrasvelden zouden aanleggen, zoals u wilt en zoals u daar mogelijk met een motie over komt, dan doen wij onszelf en de verenigingen tekort, want dan gaan we zaken overslaan. Bovendien, voor wie, voor wie worden die vier? Ik heb drie verenigingen die om kunstgras vragen. Er is één veld voor de Hockeyclub. Eén van de drie die ze hebben is op dit moment, daarvan is de toplaag slecht en dat wordt nog gedoogd door de Hockeybond op dit moment, maar daar zal minstens de toplaag van vervangen moeten worden. Dan heb ik er nog drie over van die vier. Waar gaan die naartoe? Dat zal onderzocht moeten worden. Wat is nou het slimste? Doen we dan trainingsvelden, zoals iemand zei? Of doen we juist het hoofdveld? Waar brengt dat kunstgras het meeste op? De heer COUWENBERG: Trainingsvelden brengen het meeste op, want dan heb je twee speelvelden extra. Wethouder VERHOEVEN: Dat is even de vraag. Waar rendeert zo’n veld het best? Welk soort kunstgras moeten we hebben? Er zijn kunstgrasvelden die 1200 uur per jaar bespeelbaar zijn; er zijn er bij die 1400 uur bespeelbaar zijn. 18 1 februari 2011 De investeringskosten daarvan zijn verschillend. Wat is het hardste nodig? Wat is het slimst om aan te leggen in deze specifieke situatie en hoe is de verdeling het best? Dat moet echt onderzocht worden en dat is geen duur onderzoek, daar hoef je geen raketgeleerde voor te zijn, maar je moet er wel even tijd voor nemen en dat onderzoek doen we uiteraard samen met de verenigingen. Meneer Swaans geeft de beste reden, ik hoef dat eigenlijk alleen maar te herhalen, de beste reden om zorgvuldigheid te betrachten als het gaat om de inzet van die verenigingen, want daar zijn ze graag toe bereid, maar het moet natuurlijk wel iets opleveren. En als we wat aan de ene kant iets oplevert weer kwijt zijn aan de BTW, dan doen we iets verkeerd, daar moeten we dus zorgvuldig mee zijn. Meneer Couwenberg legt de woorden in mijn mond, die zegt: zorgvuldig zijn, doen we, kennis van de clubs gebruiken, doen we, voorbereiding door de ambtelijke organisatie, dat zullen we doen en daar hebben we ook goede ervaringen mee en het Sportbedrijf Tilburg zal ons daarbij behulpzaam zijn. Iemand zei van u bent ook uitgenodigd om te gaan kijken naar kunstgras, dat moet u zeker doen om enthousiast te raken. Maar ik zou toch ook nog iets anders mee willen geven. Als u naar kunstgras gaat kijken, misschien ben ik een beetje brutaal op dit moment, maar wat we niet moeten doen, is ervoor zorgen dat die clubs dadelijk niet meer weten wie de regie heeft. Als u het college opdraagt om het sportveld te renoveren, dan hoop ik dat u zo verstandig bent om ons de regie te laten houden en als u zelf bij die sportverenigingen de informatie gaat halen of u laat u verleiden om die informatie aan die clubs te geven, van wat u ervan vindt, dan rijden we elkaar in de wielen. Dus ik pleit er stevig voor om met ons te discussiëren, met dit college te discussiëren en niet met de clubs individueel, want dan zult u zien, en dat is heel logisch, dat die clubs een gezamenlijk belang hebben, maar soms ook een tegengesteld belang, want dat geld moet verdeeld worden over een aantal verenigingen. Dus laat u de regie in Godsnaam bij ons. De afschrijvingstermijnen, meneer Couwenberg, die zijn inderdaad voor de verschillende onderdelen verschillend en daar zullen we proberen in de financiering rekening mee te houden. Mevrouw Eikelenboom neemt een voorschot op een onderzoek wat we willen doen en dat is namelijk kijken, nog maar kijken naar de ruimtebehoefte van De Kameleon. Ik ben het met u eens dat daarbij een rol speelt dat een school in een woonwijk moet staan, maar er zijn plekken waarvan je redelijkerwijs kunt zeggen daar zou je je nog wel iets bij voor kunnen stellen, ook in verband met de plaats van de Nieuwe Erven ondertussen. Maar dat is iets natuurlijk wat we met schoolbestuur zullen bespreken. Uiteraard zullen wij ook de eigen bijdrage van de clubs onderzoeken. Ik raak een beetje bij de laatste sprekers. Meneer van der Put, u maakt een opmerking die ik niet zomaar kan laten liggen, van we ruilen nu een nieuw sportpark in tegen een matig gerenoveerd sportpark, slechts voor 2,7 miljoen, terwijl we eerst een nieuw sportpark hadden voor niks. Dat zat nog, dat voor niks, want daar liepen we natuurlijk, en dat heeft u zich ook gerealiseerd, daar liepen we enorme risico’s. Ogenschijnlijk, zeker in een bepaalde fase, was de veronderstelling dat de woningbouw de nieuwbouw zou kunnen betalen van het sportpark, maar we hebben ook gezien dat daar een voorfinanciering voor nodig was die in deze tijd zeer riskant was, om twee redenen: a) het kwijtraken van die woningen, dat was maar de vraag en b) onze eigen concurrent creëren op het sportpark terwijl Boschkens-West met alle geweld vlot getrokken moest worden, dat was het tweede risico en dat 19 1 februari 2011 zou wel eens veel meer hebben kunnen kosten, maar dat kan ik, evenmin als u, hard maken. Die 9 miljoen die het opknappen van het sportpark zou kosten, daar heb ik hier in huis geen onderbouwing van gevonden. Uw legionellavraag heb ik beantwoord. De zelfwerkzaamheid van de clubs heb ik ook beantwoord. Ik kom zo tot slot even terug op die dekking en uw amendement Meneer Hendrickx heb ik volgens mij impliciet beantwoord. U had in de commissievergadering gelijk. Wij hadden, en ik heb dat gretig genoemd, wij hadden u voorgesteld om een krediet beschikbaar te stellen, zonder dat we een plan hadden. Dat kon natuurlijk niet. Daar had u volkomen gelijk in. We hebben dat aangepast. Ik heb daar toen in de commissie een tekstvoorstelletje voor gedaan en daar waren we op dat moment mee tevreden. Ik denk, na wat u nu zegt, dat dit voorstel nog beter kan. Ik ga dat proberen te doen. De getallen die bij 2 staan, die zou het college er toch wel graag in willen hebben, omdat wij aan eenieder duidelijk willen maken, aan elkaar en aan de hele wereld, dat wij voor de renovatie van het sportpark met een taakstellend budget werken. Vandaar dat ik de hoogte van de bedragen er in ieder geval in zou willen hebben. Vanwege het feit dat onze opdracht van u ook luidde om dekkingsvoorstellen te zoeken, wil ik die dekkingsvoorstellen zoals ze hier staan toch wel als een soort richting waarin wij zoeken, daarvan wil ik toch wel een uitspraak van de raad. Ik hoop dat het college er geen moeite mee heeft als we bij 1., uw grootste bezwaar naar ik aanneem, u zult het zo horen, namelijk de twee woorden ‘inclusief dekkingsvoorstellen’, om die twee woorden eruit te schrappen. Dan blijft er staan bij 1.: “Het projectinitiatief ‘renovatie sportparken Van den Wildenberg en De Krim’ vast te stellen”. Dan zijn die twee woorden eruit. En dan zou ik 2 willen laten staan, omdat er staat: “In te stemmen met de wijze van financiering”. Daar zou u van kunnen maken, om aan uw bezwaar tegemoet te komen, misschien ‘in principe’ in stemmen met de wijze van financiering, omdat aan ons gevraagd is ook iets van een richting aan te geven waar we dat geld willen halen. En u hoeft het absoluut niet beschikbaar te stellen. Dat was in de commissie uw grootste bezwaar. Dat geld hoeft u niet beschikbaar te stellen. Maar geef ons wel de richting aan, geachte raad, zou ik zeggen, waar we dat geld moeten zoeken en dat hebben we nu gedaan en daar kunnen we niet significant van afwijken, want dan hebben we een probleem. Tot zover, voorzitter. De heer VAN DER PUT: Voorzitter, bij interruptie. De wethouder geeft een tekstvoorstel. Als u van ‘in te stemmen met’, als u daarvan maakt ‘kennis te nemen van’, dan komt u een heel eind in mijn richting. Wethouder VERHOEVEN: U heeft nog niet gereageerd op mijn voorstel om daar te zeggen ‘in principe in te stemmen met’. Dan heeft u nog ruimte voor uzelf om op onderdelen af te wijken, maar dan geeft u in ieder geval aan het college aan dat die richting, dat u daarmee mee kunt denken, maar op een onderdeel, er zitten wel vijf of zes onderdelen in, dat u op een onderdeel straks zegt van daar ben ik niet gelukkig mee, de PvdA is daar niet gelukkig mee en daar zullen we iets anders voor moeten vinden en als u daar dan een raadsmeerderheid voor krijgt, dan is het college daaraan gehouden. Maar er zitten zoveel verschillende onderdelen voor die dekking in dat als wij niks hebben, geen enkele richting hebben, ja, dan wordt het ook voor het opstellen van de voorjaarsnota heel moeilijk om met het geld om te gaan, want dit is natuurlijk een groot bedrag, grote bedragen. Dus ‘in principe in te stemmen’ geeft u de ruimte denk ik die, hoop ik, die u nodig heeft. 20 1 februari 2011 De heer VAN DER PUT: Voorzitter, als u daarmee aangeeft, en ik wil dat uitdrukkelijk dan hebben vastgelegd in deze raad, dat wij daarmee geen enkel besluit nemen over het alloceren van gelden, dan kan ik daarmee leven en ik zal straks in mijn tweede instantie nog wel even ingaan op bepaalde dekkingsvoorstellen, waarvan het u niet zal verbazen dat wij met bepaalde elementen wat moeite hebben. De VOORZITTER: Dank u wel. Wethouder VERHOEVEN: Er is geen sprake van het alloceren van gelden. De vraag van het college betreft dat de raad de richting met ons wil aangeven waarin wij het geld moeten zoeken. Daar gaat het om. Dus in principe in te stemmen; dat is precies wat nu in de notulen vastligt. De VOORZITTER: Dank u wel, wethouder Verhoeven. U heeft op alle punten denk ik het een en ander gezegd, maar dat wil niet zeggen dat er niet ruimte voor een tweede ronde is. U heeft ook aangegeven dat u het amendement door het CDA ingediend overneemt namens het college en u heeft ook aangegeven wat u met het amendement van de Partij van de Arbeid in tekst zou willen doen namens het college. De heer VAN OOSTERWIJK: Voorzitter, kunnen wij, voorafgaand aan de tweede termijn, even een minuut of tien schorsen? Of een kwartier? De VOORZITTER: Dat is zeker mogelijk. Vijf minuten? De heer VAN OOSTERWIJK: Vijf minuten is niet een minuut of tien. Ik zou zeggen tot kwart voor. De VOORZITTER: Tot kwart voor? Dan schors ik de vergadering tot kwart voor negen. De VOORZITTER: Dames en heren, ik heropen de vergadering. We hebben een korte schorsing gehad en ik wil kijken wie van u het woord wil hebben. Ik denk dat we wat dat betreft met de tweede instantie kunnen beginnen en dat u dan ook de reacties op de opmerkingen van wethouder Verhoeven kunt geven. Ik kijk even en zie dat de heer Van de Ven het woord wil hebben, de heer Van Oosterwijk, mevrouw Immink, de heer Swaans, de heer Couwenberg, de heer Van Ostaden, de heer Van der Put en de heer Hendrickx, en de heer Van Iersel. Dan heb ik niemand overgeslagen en dan beginnen we met de heer Van de Ven. Gaat uw gang. De heer VAN DE VEN: Dank u wel, voorzitter. Voorzitter, de discussie in de raad gehoord hebbend en de opmerkingen van de verschillende partijen en het antwoord daarop van de wethouder, geeft ons toch de overtuiging en het vertrouwen dat door het college een evenwichtig voorstel op tafel zal gaan komen en dat doet ons meer deugd dan de opmerkingen van een paar partijen die een paar kunstgrasvelden in eerste instantie uit de hoed toveren om daar maar eens mee te gaan beginnen. Wij vinden dat er een evenwichtig voorstel moet komen en als daar dan uit blijkt dat er een aantal kunstgrasvelden moet komen, dan is dat prima, maar het zal in zijn totaliteit gewogen moeten worden. Vandaar dat wij in het evenwichtige voorstel dat er ongetwijfeld zal komen gezien het antwoord van de wethouder meer vertrouwen hebben en vandaar dat wij daar ook het college in willen steunen zoals het ook gezegd werd door de wethouder, dat er inderdaad een richting nodig is om ook die financiering voor elkaar te kunnen krijgen. Daarom zouden wij het ook eens kunnen zijn met hetgeen er is gezegd in het gesprek tussen de heer Van der Put en de wethouder, dat uit besluit nummer 1 21 1 februari 2011 inderdaad die woorden ‘inclusief dekkingsvoorstellen’ geschrapt worden en dat in punt 2 daar inderdaad ‘in principe’ de richting aangegeven wordt van de financiering. Als je het op die wijze dus zou wijzigen en zou begrijpen en willen verstaan, dan lijkt dat ons de meest bruikbare weg om dit voorstel tot een goed einde te gaan brengen, zodat in overleg met de verenigingen dat evenwichtige voorstel tot stand kan gaan komen. Dat houdt dan tevens in dat wij het voorstel van het PAG, zoals het hier lag in hun motie, en het amendement van Lijst Couwenberg niet kunnen steunen. En het overige, daar komt de heer Van Iersel nog op terug. Ik heb wat dat betreft deze keer dan de aftrap mogen doen. Wij mogen ook de afsluiting doen. De VOORZITTER: Dat klopt. Meneer van Oosterwijk, aan u het woord. De heer VAN OOSTERWIJK: Dank u wel, voorzitter. Ik wil een aantal, met name naar aanleiding van de beantwoording door wethouder Verhoeven van de eerste termijn, een aantal zorgen namens mijn fractie uitspreken en die zorgen richten zich op de keuzes die gemaakt moeten worden. Mevrouw Immink kwam daar in haar eerste bijdrage al op. Zowel het college- als het bestuursprogramma stellen terecht dat er in de komende jaren belangrijke keuzes gemaakt moeten worden. Ik heb wethouder Verhoeven achtereenvolgens, ik kon in de vlugheid niet alles noteren, maar ik heb hem in ieder geval horen zeggen dat er iets gedaan moest worden aan grasvelden, kunstgrasvelden, hekwerken, kleedkamers, lichtmasten, legionella, gebouwen, drainage, invalidentoiletten en parkeren met fiets en auto en ik zeg u, deze lijst is niet compleet, omdat ik in de snelheid niet alles op heb kunnen schrijven. Voorzitter, al die zaken die ik net noem, ik denk dat het er tien à twaalf zijn, en dat allemaal voor een budget van 2,7 miljoen en dan hebben we het over twee sportparken en niet een. Onze zorg is dus dat de omgekeerde kaasschaaf wordt toegepast, dus in plaats van overal een beetje eraf met de kaasschaafmethode, overal een beetje erbij. We hadden liever gezien dat de keuze gemaakt werd dat er prioritering plaatsvond en in die richting ging onze motie ook. Daarnaast, voorzitter, een ander facet van het betoog van wethouder Verhoeven, hij geeft de raad het advies niet het oor te luisteren te leggen bij individuele verenigingen of bij een aantal verenigingen. Nou, ik zou dat advies toch ten stelligste niet over willen nemen. Volgens mij is volksvertegenwoordiging echt een zaak die de gemeenteraad aangaat. U kunt, voor zover uw bevoegdheid daartoe strekt, de regie krijgen over de uitvoering van het plan en tot die tijd krijgt u zo veel regie als de raad u toestaat. Geen millimeter meer en geen millimeter minder. Zoals ik al zei, volksvertegenwoordiging is toch wel degelijk iets van de raad. In reactie op de moties en amendementen, daarover zal mevrouw Immink het woord voeren. De VOORZITTER: Dank u wel. Dan geef ik nu het woord aan mevrouw Immink. Mevrouw IMMINK: Dank u wel, voorzitter. Meneer van Oosterwijk haalt net de woorden uit mijn mond met de laatste zinsnede die hij gebruikte in het kader van het niet luisteren naar de individuele clubs, want het is niet meer dan normaal dat je als volksvertegenwoordiging luistert naar iedereen en daarom wil ik ook nog even reageren op wat wethouder Verhoeven aangaf over het goed luisteren naar de behoeftes van verenigingen. Volgens mij heb ik in mijn betoog straks juist aangegeven dat wij het juist heel belangrijk vinden dat wij goed luisteren naar de behoeftes van de verenigingen en dat hebben wij in deze motie ook gedaan. Want wat hebben deze 22 1 februari 2011 sportverenigingen nou gedaan? Dat is denk ik vrijwel uniek. Het zijn de drie grootste sportverenigingen binnen Goirle en Riel. Die zijn samen gaan zitten en die hebben met zijn drieën in ieder geval minimaal goed gekeken naar wat hun behoeftes zijn en wat hun prioriteiten zijn en dat zij gefaseerd willen meedenken in oplossingen om te komen tot een redelijk gerenommeerd sportpark en dat willen zij gefaseerd doen, heb ik begrepen, en in goede samenwerking met de gemeente. Dus wij hebben wel degelijk goed geluisterd. Als ik nu kijk naar de motie die wij hebben ingediend en luister naar de reacties van Lijst Riel-Goirle en wat we ook hebben begrepen van de andere partijen, trekken wij bij deze de motie in, hoeft hij niet in stemming te worden gebracht en gaan wij in op het amendement van het CDA. Dank u wel. De VOORZITTER: Dank u wel, mevrouw Immink. Meneer Swaans, gaat uw gang. De heer SWAANS: Dank u wel, voorzitter. De VVD wil ook graag even reageren op de opmerking van de heer Verhoeven, de regie dient te liggen bij het college. Ik denk dat de heer Verhoeven daar toch mee bedoeld heeft dat er niet allerlei lijntjes moeten gaan lopen en dat dat niet betekent dat je je rol als volksvertegenwoordiging niet mag doen, maar ik kan me toch heel goed voorstellen dat je bij een dergelijk project een eindverantwoordelijke nodig hebt en dat dat de bedoeling is geweest van de heer Verhoeven dat hij dat bij het college neer wil leggen. Puur ten aanzien van de uitvoering en de beheersing daarvan en niet, nogmaals, de lijntjes die tussen raadsleden liggen en sportverenigingen of bestuurders daarvan. Ten aanzien van het komende, wellicht komende amendement van de PvdA, de VVD vindt als we onder 2 omschrijven ‘kennisnemen van’ , dat vinden wij te zwak, dat vinden wij niet hard genoeg. Wij vinden de taakstelling heel belangrijk en wij vinden het ook belangrijk dat er toch wel een richting van de financiering aangegeven wordt. Dat betekent dat de VVD de voorstellen van wethouder Verhoeven in ieder geval wat dat betreft omarmt c.q. gaat volgen. Maar ik ben benieuwd hoe het amendement van de PvdA eruit gaat zien. Dat was het, voorzitter. De VOORZITTER: Dank u wel. Meneer Couwenberg, u wilde ook het woord. Gaat uw gang. De heer COUWENBERG: Voorzitter, ik heb in eerste instantie al gezegd dat wethouder Van Eijkeren in 2008 bij de Toekomstvisie heeft gezegd dat het hernieuwen van het terrein, het sportterrein Van den Wildenberg, 14 miljoen zou worden. Dat kunnen wij natuurlijk niet meer betalen, zeker in deze crisis niet, maar we kunnen er wel alvast een voorschot op nemen om vast een deel te doen. Er is 2,5 tot 2,7 miljoen voor uitgetrokken en daar moeten wij het maar mee doen. Er is een discussie over de kunstgrasvelden ontstaan, ook over de prijs, en daar kan ik u over mededelen dat in de Beerzen 320, bij Longa was het 371 en bij ’t Zand 421, maar er zijn veel varianten in, want het is ook zo, elke vereniging heeft andere wensen en de een heeft wat lichtmasten nodig en de ander dat en dat, maar je kunt toch wel zeggen dat je uitkomt op een 450.000 euro voor een veld. Ik blijf toch nog zeggen van die twee grasvelden, kunstgrasvelden zouden we toch in mei, na het seizoen of tot augustus aan kunnen leggen, die periode, dan hebben we nog tijd genoeg om aan te besteden, om voorbereidingen te doen, want dat kunnen hier die ambtenaren, die zijn snel genoeg om dat te doen en dan kunnen wij twee velden besparen. Wij hebben ook ruimte nodig voor die school. We kunnen 23 1 februari 2011 eventueel zeggen, nou, we hebben zoveel meter over en het zou eventueel ingepast kunnen worden. Voorzitter, dat is toch wel een wens van mij om dat toch zeker te onderzoeken of dat mogelijk is en dan staan wij helemaal het voorbereidingswerk niet in de weg. Dan nog iets over die natuurgrasvelden. Ik heb in eerste instantie al gezegd, want het opknappen van de resterende velden kost 20.000,-- euro ongeveer per stuk, dus dat zijn we ook kwijt, en daar komen de kleedaccommodaties van de sporters en de scheidsrechters nog bij en met de verenigingen kan dat dan samen opgenomen worden hoe dat het beste kan worden ingekleed en wanneer ze het beste aan de gang kunnen. Dan nog iets over het amendement van het CDA. Ik wil met mijn amendement appelleren en ik wou zeggen dat ik mijn mening toch geef aan het CDA. Ik heb er nog eens goed over nagedacht en goed, we zijn er als raad zelf bij en we kunnen toch wel kijken of het redelijk is als eventueel geld gevoteerd dient te worden voor deze zaak. Voorzitter, ik hoop dat het college dit jaar nog kan beginnen met de kunstgrasvelden en dat we niet hoeven te wachten tot 2012, want dat zou betekenen dat we meer dan een jaar moeten wachten en dat zou ik geen goede zaak vinden. Dan zou ik nog even willen vragen, een kleinigheidje, sportveld nummer 4 van VOAB, of dat niet opgeknapt kan worden. Het is een kleine moeite om met Sportbedrijf Tilburg contact op te nemen, die hebben machines, het kost duizend euro en ze zijn daar een heel jaar mee uit de brand. Voorzitter, ik hoop dat het allemaal zal slagen en dat we toch nog een goed sportpark krijgen voor de toekomst en we zullen moeten sparen. Ik heb er eens over nagedacht. Zou het niet mogelijk zijn om bijvoorbeeld met het bedrijfsleven, met de banken, met de sporters, met de sportclubs of de bevolking misschien geld in te zamelen om te kijken dat we toch eventueel nog goede dingen voor de sport kunnen doen. En dan de werkzaamheden van de sportclubs zelf, die hebben in het verleden bewezen dat ze dat zeer goed kunnen. Er zijn veel vragen over gesteld en er is veel over gedebatteerd, maar die kunnen dat, dat hoeven we niet te vragen, die mensen kunnen dat, die hebben dat in de vingers. In het verleden is dat wel eens een keer mis gegaan, maar toch, met toezicht van de gemeente uit zal dit moeten gebeuren en dan zal men tot een goed eindresultaat kunnen komen. Dat was het, voorzitter. De VOORZITTER: Dank u wel. Even om precies te zijn, u gaf net aan dat u met het amendement van het CDA akkoord zou kunnen gaan. Dat betekent dat u het amendement voorbereidingskrediet 500.000,-- euro ten behoeve van renovatie sportpark intrekt? De heer COUWENBERG: Juist, voorzitter. De VOORZITTER: Oké, dank u wel. Dan is het woord aan de heer Van Ostaden. De heer VAN OSTADEN: Dank u wel, voorzitter. We hebben veel opmerkingen gehoord. De SP is van mening dat als het over kunstgrasvelden gaat en je wilt er vier of drie aanleggen, maar je kunt er voor hetzelfde geld twee van betere kwaliteit, dat je voor betere kwaliteit moet kiezen. Veiligheid, gezondheid, legionella, dat moet zeker heel veel aandacht krijgen. We zijn het er ook mee eens dat bij de KNVB, maar dat kunnen de verenigingen zelf, dat daar geïnformeerd wordt, dat vinden we ook een heel goed idee. De wethouder verdedigt het voorbereidingskrediet om, hij zegt er moet zuinig omgesprongen worden met het geld en het college wil elke euro verantwoordelijk uitgeven, maar daar kan ook een gevaar in schuilen, dat je 24 1 februari 2011 jezelf oogkleppen op doet en dat je zo bezig bent met onderzoeken met externen om alles verantwoordelijk uit te geven, dat die onderzoeken en die externen, dat dat geldverspilling is. Daar moet je voor uitkijken. Dank u wel, voorzitter. De VOORZITTER: Dank u wel, meneer Van Ostaden, en het woord is nu aan de heer Van der Put. De heer VAN DER PUT: Dank u wel, voorzitter. Voorzitter, de wethouder heeft overtuigend aangegeven dat er gewoon heel veel problemen opgelost moeten worden op dat sportpark en dat het daarom uiterst belangrijk is dat er gewoon eerst een plan gemaakt wordt en dat je op basis van dat plan de prioriteiten kunt stellen. Maar goed, de motie van het PAG is ingetrokken, dus dat is eigenlijk dan hierbij al opgelost. Verder geeft de wethouder aan dat hij de zinsnede in beslispunt 1 ‘inclusief dekkingsvoorstellen’ wil schrappen en dat beslispunt 2 wordt ‘in principe in te stemmen met de wijze van financiering….’. Nou, dat is voor mij voldoende toezegging, daar kan ik mee leven. Dus, meneer Swaans, ik ga geen amendement indienen, want ik denk dat hiermee de rol tussen college en raad voldoende helder is gesteld. Ja, wethouder, u doet een beroep op ons om maar niet in contact te gaan met de sportverenigingen. De heer VAN DE VEN: Voorzitter, bij interruptie, ik denk dat het heel nobel is wat de heer Van der Put zegt en dat hij tevreden is, maar moet er dan toch door de raad niet een amendement ingediend worden om dit besluit te wijzigen? De VOORZITTER: Dat klopt, maar meneer Van der Put was nog niet uitgesproken, vandaar dat ik hem anders zou hebben gevraagd om dat in te dienen. De heer VAN DE VEN: Maar hij had gezegd dat hij het niet in zou dienen. De VOORZITTER: Nee, maar er moet wel in ieder geval een wijzigingsvoorstel worden ingediend. De heer VAN DER PUT: Gehoord de beraadslaging nu zal ik dat aan het slot van mijn betoog doen. De VOORZITTER: Gaat u maar eerst door, ja. De heer VAN DER PUT: Oké. Ik was net bezig aan het overleg met de sportverenigingen, waarvan de wethouder vindt dat we dat beter niet kunnen doen. Nou ja, voorgaande sprekers hebben ook al genoegzaam aangetoond, niets weerhoudt ons om kennis te nemen van de gevoelens van de sportverenigingen, toch ook om in ieder geval de kans te hebben om te peilen of de plannen die straks gepresenteerd worden ook in voldoende voedingsbodem en voldoende waardering van de sportvereniging kunnen rekenen en dat houdt zeer zeker niet in dat wij de regierol van het college willen overnemen. U moet gewoon het werk doen waar u voor aangenomen bent, dat wil zeggen: plannen voorbereiden, ons daarover laten besluiten en ze vervolgens uitvoeren. Nog even over die dekkingsvoorstellen. Er is één dekkingsvoorstel waar wij absoluut niet mee kunnen leven, wethouder of college of voorzitter of raad of iedereen die hier aanwezig is. Nee, maar even heel serieus, er wordt voorgesteld om 1.055.000,-- euro te onttrekken uit de pot die bestemd is om starters betere kansen te geven op de woningmarkt. Dat is geoormerkt geld en daar moet je van afblijven. Dus u dat geld daaruit gaat onttrekken, dan kunt u op forse tegenstand van onze fractie rekenen. Daar zijn we absoluut niet mee akkoord. Dat is een helder statement. Dan 25 1 februari 2011 vervolgens hierbij het amendement. U zult mij niet kwalijk nemen dat ik het mondeling doe, maar beslispunt 1 dient te worden: “Het projectinitiatief ‘renovatie sportparken Van den Wildenberg en De Krim’ vast te stellen. En het beslispunt 2, de eerste zinsnede wordt: “In principe in te stemmen met de wijze van financiering…..” Dank u wel. De VOORZITTER: Dank u wel, meneer Van der Put. Meneer Hendrickx. De heer HENDRICKX: Dank u wel, voorzitter. Ik zal proberen redelijk kort te zijn, want het meeste is al wel gezegd. Allereerst, de woorden van de heer Van de Ven, die steunen wij volledig, waar het gaat over het steunen van het voorstel van de wethouder, dus punt 1 aanpassen en punt 2 aanpassen, zoals nu ook door meneer Van der Put is aangegeven overigens. Wij steunen het voorstel en wij geven dus het college ook het vertrouwen in de uitvoering, dus ook die regierol bij het college. We hebben er ook geen behoefte aan om die aan de kant van de raad te laten liggen. Wat ons betreft, een snelle, adequate planvorming, vier kunstgrasvelden nu, morgen is gewoon te snel, ook de kwaliteit van het gekozen materiaal is gewoon heel belangrijk en daar zul je toch even over na moeten denken. Punt 1 en 2 zijn door de heer Van der Put zojuist geciteerd, maar begrijp ik dan goed dat punt 3 ook overgenomen wordt, dat beslispunt 3 wordt aangepast conform het amendement van het CDA, of moet dat in stemming worden gebracht? De heer VAN DER PUT: Daar moeten we over stemmen. De heer HENDRICKX: Daar moeten we toch over stemming hè? Ja, precies, dat wilden we even zeker weten. Dus dat is dan een vraag. Dat was het, voorzitter. De VOORZITTER: Dank u wel. En dan, als laatste, meneer Van Iersel. De heer VAN IERSEL: Dank u wel, voorzitter. Lijst Riel-Goirle is van mening dat we dus in kunnen stemmen met de amendementen van zowel het CDA als de Partij van de Arbeid, de mondelinge. Verder heeft de wethouder in zijn beantwoording gezegd we nemen er de tijd voor om te onderzoeken. Kunt u aangeven hoeveel tijd u daarvoor nodig denkt te hebben? Tevens heeft hij gezegd dat de noodzaak voor de velden aangetoond is door de voetbalvelden, voor de aanwas van de jeugd, dat het onderzocht moet worden. U heeft in de krant kunnen lezen dat er een fusie op komst is bij de hockeyers van Forward en Tilburg, dus u zult er ook rekening mee moeten houden dat er een grotere toeloop kan zijn van spelers uit Tilburg-Zuid en Goirle naar de Hockeyclub Goirle toe, waar op dit moment al een wachtlijst is voor de zaterdag. Dus u zult daar ook gehoor horen. Verder denk ik dat mijn mederaadsleden ook al gezegd hebben, net als alle items die wij voorbereiden, bereiden wij dit ook goed voor, dus ook hier zullen we informatie kunnen halen en moeten gaan halen bij de clubs om inderdaad goed beslagen ten ijs te kunnen komen, maar uiteraard, de regie blijft uiteraard bij het college liggen. Wij kunnen en moeten ook geen toezeggingen doen aan de clubs. Wij moeten wel informatie inwinnen. Eventjes terug naar meneer Van der Put, ten aanzien van die starterswoningen. In de commissie heeft wethouder Van der Heijden uitgelegd hoe dat precies in elkaar steekt, u was toen afwezig, dus misschien kan hij dat nog een keer goed aan u uitleggen. Dank u wel. De VOORZITTER: Dank u wel. Dan geef ik nog een keer het woord aan wethouder Verhoeven. Wethouder VERHOEVEN: Dank u wel, voorzitter. Meneer van de Ven verwoordt perfect en nog beknopter, maar perfect wat ik bedoelde. Meneer 26 1 februari 2011 van Oosterwijk, ik heb inderdaad een reeks zaken opgenoemd die onderzocht moesten worden. Ik heb niet gezegd dat die allemaal gerealiseerd moeten worden of dat er overal iets verbeterd zou moeten worden. Maar ik was toen aan het verdedigen de hoogte van het voorbereidingskrediet. Dat het niet een kwestie was van we leggen kunstgras aan en that’s it, maar bij die renovatie komen een heleboel zaken aan de orde. Ik had me voorbereid op uw vraag. Vandaar dat ik een hele reeks had opgeschreven en zo’n beetje uit mijn hoofd geleerd. Dat zal niet allemaal aan de beurt komen, maar we moeten wel, als we een prioritering vaststellen, en daar vraagt u naar, dan is dat de reeks waar we uit zullen moeten kiezen en daar moeten we dan wel een mening, een toestand van weten van hoe staat het er voor met die onderdelen om een besluit te kunnen nemen. Dus we gaan dat echt niet allemaal opknappen. U was de eerste en ook anderen hebben gereageerd op mijn opmerking over die regie. U heeft gelijk, ik heb ook aangegeven dat dat misschien een beetje een stoute opmerking was. Ik heb uiteraard niet bedoeld dat u uw volksvertegenwoordigende taak zou moeten opgeven, integendeel. U heeft het grootste gelijk van de wereld dat u goede binding en goede contacten onderhoudt met de verenigingen. Wat ik heb willen zeggen is, dat wij ons met zijn allen moeten realiseren dat als u met een vereniging praat, dan praat die vereniging op dat moment met de gemeente. Dat doen ze ook als ze met mij praten. Dat doen ze ook als ze met een ambtenaar praten. Op een of andere manier, en dat is heel logisch, op een of andere manier vertegenwoordigen wij deze gemeente en dat mag, sterker nog, dat moet. Waar we met zijn allen, die waarschuwing geef ik net zo goed aan mezelf, voor moeten waken is, dat die mensen, of dat de verenigingen of onze gesprekspartners, wie dat ook zijn, daardoor in verwarring zouden raken. Dus wat dat betreft heb ik bedoeld van de manier waarop u die contacten onderhoudt, dat die er niet toe leidt dat wij de regie verliezen. Dat is het enige. En als u dat anders heeft opgepakt, dan heb ik me ongelukkig uitgedrukt en is het terecht dat u mij daar een tikje voor op de neus geeft , en dat accepteer ik dan ook. Tikje. Ja, mevrouw Immink, ik heb u daarmee denk ik beantwoord. U zegt, dat is toch even iets wat ik aan wil raken, die clubs hebben met zijn drieën bij elkaar gezeten, maar er zijn er wel zes of zeven hè? En die moeten ook iets zeggen. En het ligt voor de hand, hoor, deze drie zijn de grootste en bij de renovatie waar wij het straks over hebben zal daar het meeste aandacht voor zijn, dat weet ik ook. Er zit een geprivatiseerde club bij, er zit een kleine club bij, er zit er een bij waar het heel lastig is om, die zullen sowieso profiteren van het opknappen van ik noem maar wat, van kleedlokalen, die zullen meeprofiteren van de veiligheid die verhoogd wordt, maar specifiek dingen aanleggen, daar zal het lastig voor zijn. Dus u noemt wel de belangrijkste, maar niettemin zullen wij de belangen van de andere ook moeten wegen. En, even om alle vragen heen, het blijft wel natuurlijk een gemeentelijk sportpark en daar zitten straks weer andere mensen en mogelijk ook nog weer een andere club, dat weet je maar niet. Meneer Swaans slaat de spijker op zijn kop. Meneer Couwenberg, wij gaan proberen te kijken waar we ruimte zouden kunnen winnen eventueel, maar daarvoor moeten we eerst het behoefte-onderzoek naar de ruimte van De Kameleon natuurlijk doen. De aandacht voor de natuurgrasvelden zoals u die noemt, die zullen we zeker hebben. Ook ons is intussen bekend, het projectvoorstel is nog niet af, het initiatief van het projectvoorstel is nog niet af, daar is een eerste concept intussen wel van 27 1 februari 2011 geschreven, maar we weten wel dat de ontwikkelingen heel snel gaan. Wij praten nu over kunstgras en ik ga me niet slimmer voordoen dan u, want ik weer er ook niet veel meer van op dit moment, maar ik weet ook dat ten aanzien van natuurgrasvelden er ook heel veel ontwikkelingen zijn, die misschien onze opvattingen ook weer inhalen. Iedereen dringt erop aan om dit jaar te beginnen. Daar waar dat snel kan en we zeker weten dat we daaraan toe zijn, dan moeten we dat ook doen, maar een echt projectvoorstel, dan zullen we heel hard moeten werken, heel hard op moeten schieten als we dat nog voor de zomer voor elkaar krijgen. Dus ik vermoed, en als het anders is dan ben ik net zo blij als u, ik vermoed dat we dit jaar geen kunstgras aanleggen als het daarvan komt. Dat denk ik eerlijk, ik zeg dat alvast maar. Maar dat wil niet zeggen dat dat slecht is. Nee, als we een goed doordacht plan hebben, dan kunnen we geld winnen en dan kunnen we een beter sportpark krijgen. We hebben al contact met Tilburg, meneer Couwenberg, we hebben al contact met Tilburg. We zullen zeker, dat heb ik u in de eerste instantie al verteld, de sporters daarbij inzetten en uw suggestie dat een veld, als er een veld inderdaad opgeknapt kan worden op een heel snelle manier die even niks met renovatie te maken heeft, maar er moet nu snel wat gebeuren, dan zullen we zeker kijken of dat kan. Meneer van Ostaden, u spoort ons aan om voor kwaliteit te gaan. Ik dank u, dat zullen we doen. Gezondheid, veiligheid belangrijk, zeker. Informatie halen bij de KNVB, kunnen de clubs nog beter, dat is typisch een rol die voor hen is weggelegd. Dat geldt ook voor de Hockeybond en de andere bonden. Wij zullen niks met oogkleppen op onderzoeken, wij zullen van tevoren in het projectplan al vastleggen wat we onderzocht willen hebben, wie dat kan doen, op de zuinigst mogelijke manier, maar het moet wel adequaat zijn. Meneer van der Put, ik ben heel blij dat u genoeg garantie vindt in mijn antwoord om hierin mee te gaan. Dat doet mij oprecht genoegen. Dat bewijst ook dat een discussie zinvol is en zo hoort het te gaan en wat dat betreft dank daarvoor. Ik heb u ook geantwoord over de contacten met de verenigingen, hoe ik daartegenaan keek, dat dat puur bedoeld was om geen verwarring te zaaien. Dat was mijn enige zorg een beetje. Het dekkingsvoorstel waar u het over heeft, het onderdeel dat bedoeld is voor starters, daarover geef ik dadelijk, als de voorzitter mij dat toestaat, het woord even aan de heer Van der Heijden die dat beter uit kan leggen. Het amendement zoals u dat dus nu verwoordt, ja, u zult niet verbaasd staan dat het college daarmee kan leven. De heer Van Iersel, hoeveel tijd is er nodig, heb ik daarnet impliciet al een beetje beantwoord. Dat zal voor sommige onderdelen hopelijk wat sneller kunnen dan voor andere, maar het projectvoorstel, daarvan hebben we gezegd twee à drie jaar moet dit achter de rug zijn alles bij elkaar. En uw vraag over de starters-woningen, daarvan, voorzitter, zou ik u willen verzoeken om de heer Van der Heijden het woord te geven. De VOORZITTER: Dank u wel, wethouder Verhoeven. Aan wethouder Van der Heijden de vraag of hij kort uiteen kan zetten hoe dat is. Ik denk dat we daarna ook tot besluitvorming over kunnen gaan. Gaat uw gang. Wethouder VAN DER HEIJDEN: Dank u wel. Meneer van der Put, die 1.055.000,00 euro die op de SVN-rekening staat, die is bedoeld voor de stimuleringsregeling en daar willen wij in feite ook weinig of geen afbreuk aan doen. Die 1.055.000,-- euro levert op dit moment 0,6% rente op en wij zouden dat op een bepaalde manier via een lening tijdelijk kunnen inlenen van SVN 28 1 februari 2011 en dan hebben we het over een bedrag van rond de 500.000,-- euro. Daarmee zouden wij dus dat geld kunnen lenen tegen een heel lage rente en dan zouden we vanuit de afschrijvingen netjes die lening kunnen terugbetalen. Dat was eigenlijk een beetje de inzet. Waarom willen we op deze wijze dat proberen te regelen, ik zeg proberen te regelen, nogmaals, zonder enige afbreuk te doen aan onze volkshuisvestingsdoelstelling en de startersregeling. Maar het is op dit moment, zoals wij het nu bekeken hebben, de startersleningen worden gemiddeld binnen vijf jaar terugbetaald en dat betekent dus, het is revolverend geld, het geld gaat erin en het gaat eruit. Het komt erin en het gaat er weer uit. En op basis daarvan zou de SVN ons een maatschappelijke lening willen verstrekken. Daar zijn we naar aan het kijken. Mocht dat niet lukken, maar ik zeg nogmaals, zonder enige afbreuk te doen aan onze volkshuisvestingsdoelstelling, mocht dat niet lukken, dan moeten we daar toch via de voorjaarsnota die laatste 500.000,-- euro inbrengen. Dat is het dekkingsvoorstel. De heer VAN DER PUT: Voorzitter, even een kleine opmerking. Ik neem dit antwoord van de wethouder nu voor kennisgeving aan. Straks komt er bij het kredietvoorstel een dekkingsvoorstel en dan gaan wij daar uitgebreid over in discussie. Maar u kent alvast onze opstelling en ik ben in ieder geval blij om te horen dat u in ieder geval niet de intentie hebt om het fonds aan te tasten, maar de discussie komt nog. De VOORZITTER: Dank u wel. Dames en heren, dan denk ik dat we tot besluitvorming over moeten gaan. Ik denk dat het ook goed is dat we ons realiseren dat er nog drie amendementen liggen waar u overigens wel uw uitspraken over heeft gedaan, maar die komen het eerst in stemming, voordat het besluit als zodanig in stemming komt. We hebben een amendement van het CDA… De heer COUWENBERG: Voorzitter, mag ik even, een punt van orde? Het besluit geeft ook een amendement, wijziging aan. Daar is geen discussie over geweest. De Gemeentewet zegt dat daar een discussie over moet gaan, tenminste een ronde. Voor mij hoeft dat niet, maar we moeten er wel rekening mee houden dat we dan een stemverklaring kunnen geven vanwege, waar we niet voor in zijn, maar ik betreur het wel dat we niet de gang van zaken van de Gemeentewet volgen zoals het eigenlijk voorgeschreven staat, want het was normaal een ronde geweest. De VOORZITTER: Nou, ik denk dat we toch wel heel dicht bij elkaar komen, want ik stel u eerst voor om over de amendementen te stemmen en als de amendementen zijn aangenomen, dan leidt dat tot die veranderde tekst van het besluit en dan volgen wij precies zoals dat ook in de Gemeentewet moet, dus naar mijn idee komen we dan heel tevreden over hetzelfde onderwerp op dezelfde goede manier. Daarom wil ik eerst in stemming brengen of vragen of u stemming wenst over het amendement van het CDA? Is daar een stemming voor nodig of zegt u akkoord? U wilt stemming? Dan vraag ik: wie is voor het amendement van het CDA? Dat is unaniem aangenomen. Dan komt het amendement van de Partij van de Arbeid, dat is mondeling ingediend. U kent de tekst. Wie is voor het amendement van de Partij van de Arbeid? ‘In principe’, om nog even duidelijk te zeggen, onder beslispunt 2 komt er dan te staan: “In principe in te stemmen met de wijze van….” Dat is aangenomen op de fracties van Lijst Couwenberg en de SP na. Dan komt het amendement Couwenberg over de renovatie sportpark Van den Wildenberg, dat gaat over: 29 1 februari 2011 “Door vroeg gebruik te maken van kunstgrasvelden kunnen de overige velden ontzien worden. Aanleg zou mogelijk kunnen zijn in de competitievrije periode, te weten eind mei tot half augustus 2011.” Daar wilt u een stemverklaring over afleggen, meneer Van Oosterwijk, of zegt u van daar wil ik over stemmen? De heer VAN OOSTERWIJK: Ik wil daar een stemverklaring over afleggen, voorzitter. Dit amendement lijkt ogenschijnlijk in lijn te zijn met de motie die wij hebben ingediend. Er is echter één groot verschil. Wij hadden het over vier en hier gaat het over twee en twee is sowieso te weinig, omdat het om drie verenigingen gaat. Dus daarom zullen wij dit amendement niet volgen. De VOORZITTER: Dank u wel. Wie is voor dit amendement? Dat is de heer Couwenberg en ik neem dan aan dat dit amendement verworpen is. Dan komen we tot de besluitvorming. Ik lees toch de besluitvorming voor alle duidelijkheid even voor. Dan wordt het besluit: 1. Het projectinitiatief ‘renovatie sportparken Van den Wildenberg en De Krim’ vast te stellen; 2. In principe in te stemmen met de wijze van financiering waarbij 2.500.000,00 euro ten behoeve van het sportpark Van den Wildenberg en een bedrag van 202.400,00 euro ten behoeve van sportpark De Krim te zijner tijd beschikbaar zal worden gesteld; 3. Ten behoeve van de uitvoering van de voorbereidende werkzaamheden zoals beschreven in het projectinitiatief, een voorbereidingskrediet beschikbaar te stellen van 500.000,00 euro; 4. Het voorbereidingskrediet te dekken door aanwending van de algemene weerstandsreserve en de begroting 2011 diensovereenkomstig te wijzigen. Mag ik u vragen, wie is voor dit besluit? Dan neem ik op dat voor dit besluit zijn de fracties van Lijst Riel-Goirle, 5 personen, Pro Actief Goirle, 3 personen, de VVD, 2 personen, de Partij van de Arbeid, 2, CDA, 3. Tegen deze besluitvorming is de Lijst Couwenberg en twee leden van de SP, waarmee het besluit is aangenomen en daarmee is agendapunt 4 afgehandeld. Uit stemming bij handopsteken blijkt dat amendement 1 (CDA) unaniem wordt aangenomen, amendement 2 (PvdA) wordt aangenomen met 15 tegen 3 stemmen, amendement 3 (Lijst Couwenberg) wordt verworpen met 1 tegen 17 stemmen en dat tenslotte het voorstel wordt aangenomen met 15 tegen 3 stemmen. 5. VASTSTELLING VERORDENING LEERLINGENVERVOER 2011 30 1 februari 2011 De VOORZITTER: De gemeente Goirle wordt geconfronteerd met oplopende kosten van het leerlingenvervoer en daarnaast is er vanwege het afstandscriterium van 4 km sprake van ongelijkheid tussen kinderen in de kern Goirle. Voorgesteld wordt het afstandscriterium te verhogen naar 6 km en tot slot is er met het oog op een eventuele regionale aanbesteding van het leerlingenvervoer behoefte aan meer uniformiteit in de gemeentelijke verordeningen binnen de regio. In de commissie is ook nog gesproken over de problematiek van hoogbegaafde kinderen die mogelijk dichterbij geen geschikte school kunnen vinden. Dit agendapunt, daarvan wil ik u vragen: wie wil daar het woord over voeren? Dan zie ik als eerste mevrouw Naaijkens, en als tweede de heer Van der Put, de heer Couwenberg komt voor de heer Van der Put, dan zie ik de hand van de heer Hendrickx en de heer Van Iersel. Dan geef ik eerst het woord aan mevrouw Naaijkens, gaat uw gang. Mevrouw NAAIJKENS: Dank u wel, voorzitter. De VVD kan instemmen met het voorstel. Wel willen wij nog heel even terugkomen op de commissievergadering van 11 januari. Hier werden twee toezeggingen gedaan. Op de eerste plaats een onderzoek zou worden gedaan naar de artikelnummers 28 en 29 en verder zou contact worden gelegd met andere gemeenten over het onderwerp hoogbegaafde leerlingen. Van het college is hier tot op heden geen uitsluitsel gekomen. Misschien is daar inmiddels wel iets over bekend. Verder is het zeker zaak om voorzichtig en zorgvuldig met deze materie om te gaan. Het doet wel deugd dat de ouders van de betreffende leerlingen allemaal persoonlijk zullen worden benaderd. Dat was het voorlopig. De VOORZITTER: Dank u wel. Meneer Couwenberg. De heer COUWENBERG: Voorzitter, ik ben akkoord met de vaststelling van de verordening leerlingenvervoer 2011. Toen is er een inspreker geweest in de commissie en dat ging over hoogbegaafden. De verordening laat niet toe om via deze verordening hen de vervoerkosten te laten betalen, maar er is wel de mogelijkheid om buiten de verordening om een initiatiefvoorstel of een amendement of een motie in te dienen om dit toch voor elkaar te krijgen. De Partij van de Arbeid heeft in de commissie toegezegd om een initiatiefvoorstel in te dienen en dat zou gesteund worden door de Socialistische Partij en de Lijst Couwenberg. Verder zou meneer Van Groenendaal ook nog een antwoord geven richting de Partij van de Arbeid hoe het een en ander in elkaar zat. Dat was het in eerste instantie, voorzitter. De VOORZITTER: Dank u wel. Dan is nu het woord aan de heer Van der Put. De heer VAN DER PUT: Dank u wel, voorzitter. De Partij van de Arbeid kan instemmen met het feit dat het afstandscriterium van 4 km afstand van huis naar school wordt opgerekt naar 6 km, omdat dat in overeenstemming is met de overige regiogemeenten. Het is dus een goede zaak denk ik dat we daar de nodige middelen op besparen. Wij zijn bij de toelichting op de verordening toch een beetje geschrokken van hetgeen gesteld wordt over het leerlingenvervoer naar het speciaal primair onderwijs. Kijk, op zich is het een goede zaak dat de vervoersfaciliteiten wat moeilijker gemaakt worden voor mensen die op basis van hun geloofs- of levensovertuiging kiezen voor een school die wat verder gelegen is van hun huis en dat daar in voorliggende gevallen een regeling voor wordt getroffen. Nu wordt in dit voorstel gezegd dat als het gaat over leerlingen die gebruik maken van een speciaal primair onderwijs, in principe dezelfde regeling geldt. Dat houdt dus in dat deze 31 1 februari 2011 regeling eigenlijk aangeeft dat het anderhalf uurcriterium erg dwingend is. En wat is het anderhalf uurcriterium? Kinderen die voor een enkele reis minder dan ten hoogste anderhalf uur met het openbaar vervoer zouden moeten reizen komen niet in aanmerking voor een taxiregeling. U moet goed voor ogen houden, kinderen die gebruik maken van het speciaal primair onderwijs vragen daar niet om. Dat is op basis van een indicatie. Die kinderen hebben leerproblemen of gedragsproblemen of een combinatie daarvan en ik vraag mij af of deze regeling zoals die nu voorligt, gaat inhouden dat wij kinderen van vier, vijf, zes jaar, die van deze voorziening gebruik moeten maken, dat we die straks met de bus naar de Generaal Smutslaan moeten sturen, waar die school staat, in Tilburg-Zuid. Ik heb eens even gegoogled en als je dan kijkt naar een kind wat op de Poppelseweg zou wonen, dat kind is een uur en een kwartier onderweg met de bus om daar te komen. Kinderen die je met de fiets stuurt, van die leeftijd, dat lijkt me ook geen goede zaak en ik kan me toch niet voorstellen dat ouders die werken in de gelegenheid zijn om steeds met die bus mee te gaan. Zo’n kind is dus tweeëneenhalf uur onderweg, nog even afgezien van het feit of het in staat is, gezien zijn handicaps, om dat te kunnen doen. Wat ik van de wethouder wil weten, is of artikel 28 en 29, die toch een bepaalde hardheidsclausule aangeven, of die voor dit college voldoende gereedschap bieden om in ieder geval voor dit soort gevallen zoals ik ze net noem, om daar uitzonderingen voor te treffen. En dat artikel 28 en 29 heeft de wethouder inderdaad in de commissie gezegd om te onderzoeken of dat ook zou kunnen gelden voor kinderen die hoogbegaafd zijn en waarvan de kinderen dus eigenlijk hetzelfde als met die levens- en geloofsovertuiging kiezen voor een school wat verderaf. Ik hoor het antwoord van de wethouder daar graag over, want ik heb dat tot nu toe ook moeten missen en afhankelijk van dat antwoord zal ik overwegen of ik een amendement indien over dit besluit. Dank u wel. De VOORZITTER: Dank u wel, meneer Van der Put. Ik geef het woord aan de heer Hendrickx. De heer HENDRICKX: Dank u wel, voorzitter. Het CDA kan instemmen met voorstel dat beoogt de kosten te beperken en de regeling in Goirle te doen aansluiten bij die van de regiogemeenten. Daar wilde ik het bij laten. De VOORZITTER: Dank u wel. Dan gaat nu de heer Van Iersel het woord voeren. De heer VAN IERSEL: Dank u wel, voorzitter. Ook wij als Lijst Riel-Goirle kunnen instemmen met de wijziging van de 4 naar de 6 km, waar het uiteindelijk om draait. In het kader van de rechtsgelijkheid denken we dat het niet meer dan fair is om binnen de regelgeving voor het leerlingenvervoer te pleiten voor de zwakkeren in onze samenleving. Aan de ene kant zijn het de zwak begaafden die ongeveer 3% van de samenleving bevolken; aan de andere kant de hoogbegaafden, de andere zijde van het spectrum, eveneens 3% van onze samenleving. De wethouder zou inderdaad onderzoeken of onder artikel 28/29 deze groep opgenomen zou kunnen worden Dit laat altijd onverlet de mogelijkheid die het college dan heeft om elke zaak op zijn of haar individuele merites te toetsen, want het wil natuurlijk niet zeggen dat wanneer een groep opgenomen wordt, dat het dan gelijk gehonoreerd wordt. Ook dan moet het college, of de ambtenaren dan even toetsen of ze wel voldoen aan de individuele moeilijkheden of mogelijkheden. Na mijn jaren als lid van een MR op een lagere middelbare school is me steeds meer duidelijk 32 1 februari 2011 geweest dat het huidige schoolsysteem altijd veel tijd en geld heeft voor onze zwakkeren en minder begaafden, terwijl de groep die ook twee standaarddeviaties afwijkt van het gemiddelde, de hoogbegaafden, minder aandacht kreeg, zich vaak verveelde en al snel als lastig en ongeïnteresseerd werden betiteld en alleen maar de boel ophielden, omdat ze al na vijf minuten klaar waren met waar de rest van de klas een heel uur over deed. Een voorbeeld is mijn broer, die op een gegeven moment van school ging en inmiddels drie keer gepromoveerd is, maar de middelbare school niet heeft afgemaakt omdat hij te slim was. Ik ben derhalve blij dat er nu ook aandacht is gekomen, ook binnen dit college, voor deze groep hoogbegaafden. Tot zover, voorzitter. De VOORZITTER: Dank u wel. Wethouder van Groenendaal, gaat uw gang. Wethouder VAN GROENENDAAL: Dank u wel, voorzitter. Laat ik allereerst beginnen met even terug te komen op de commissievergadering, waarin een paar vragen zijn gesteld. U heeft bij deze stukken het raadsvoorstel gekregen, maar er is geen antwoord gekomen op de vragen. Nou hoor ik net bij de meesten van u dat die vragen toch eigenlijk weer een beetje terugkomen, dus ik wil proberen antwoord te geven op de in de commissie reeds gestelde vragen en de toezeggingen die ik toen gedaan heb en dan denk ik dat ik veel van de vragen al beantwoord heb. Op de eerste plaats is het raadsvoorstel aangepast. Op pagina 4 stond een staatje, waar bij de gemeente Dongen nog een verkeerd kilometeraantal stond en dat hebben we uiteraard gewijzigd. Dan hebben we het bedrag van artikel 23, dat stond op 22.050,-- euro, dat hebben we geïndexeerd uiteraard, op uw verzoek is daarnaar gekeken en is op 23.400,-- euro gebracht. Maar dat zult u ongetwijfeld in het raadsvoorstel hebben gezien. Dan het leerlingenvervoer betreffende hoogbegaafde kinderen. De vraag is gesteld of dit kan worden opgenomen in deze verordening. Dat is niet mogelijk, dat is u al in de commissie medegedeeld. De grondslag namelijk van het leerlingenvervoer, en dan kan ik wel met artikelen gooien, maar daar heeft u weinig aan, maar bijvoorbeeld artikel 4 van de Wet op het Primair Onderwijs, enfin, en de Wet op de Expertise Centra en noem maar op. Op basis van die wetgeving is vervoer voor hoogbegaafde kinderen via deze regeling leerlingenvervoer niet mogelijk, want daar staan ze namelijk limitatief in opgesomd, dus is niet mogelijk. Vervolgens is de vraag gesteld of dat het eventueel zou kunnen op grond van de hardheidsclausule. Het antwoord hierop is ook nee, want de grondslag van de hardheidsclausule is datzelfde artikel, dus diezelfde limitatieve opsomming. Dus op grond van de wet zeg maar en deze verordening, kunnen hoogbegaafde kinderen geen beroep doen op of geen aanspraak maken op dit vervoer. Dan hebben we uiteraard wat informatie ingewonnen bij de VNG, dat had ik ook toegezegd, om eens te kijken van moeten wij het vervoer van hoogbegaafde kinderen, heeft de gemeente daar een verplichting of een verantwoording in. Die is niet eenduidig te beantwoorden, want daar is nogal wat jurisprudentie over, dat is afhankelijk van de situatie. Het komt hierop neer dat gemeenten het vervoer niet hoeven te bekostigen als er dichtbijgelegen een school is die passend aanbod in huis heeft voor een hoogbegaafde leerling. Gemeenten hebben echter wel de plicht om te onderzoeken of de begeleiding en het materiaal daadwerkelijk op zo’n school aanwezig zijn. Dat is wel de plicht van de gemeente. En of dat in Goirle het geval is, dat weet ik niet, maar dat zouden we moeten laten onderzoeken. Dat schrijft dus de VNG in deze voor. Wel wil ik 33 1 februari 2011 hier nog graag, want ik heb intussen contact gehad met diverse andere gemeenten en dan noem ik u, om een voorbeeld te noemen, de gemeente Gilze en Rijen, de gemeente Hilvarenbeek en nog enkele andere omliggende gemeenten, wat die doen met hoogbegaafde leerlingen. In de commissie kom ik daar uiteraard graag op terug. Dan is de vraag gesteld over artikel 28 en 29. Die heb ik eigenlijk impliciet al beantwoord, mevrouw Naaijkens, dat dat dus niet mogelijk is. Contact met andere gemeenten heb ik intussen gehad en daar kom ik in de commissie uiteraard nog op terug. Want er ligt ook nog, even misschien aanvullend voor de commissie, er ligt ook nog wat aanvullend materiaal betreffende de jurisprudentie die gevoerd is met betreffende gemeenten en die moeten we uiteraard nog even bekijken en daar moet ik u wel bij zeggen dat er bijna geen enkele gemeente in Nederland is, tenminste, volgens de jurisprudentie die ik tot op heden gezien heb, die het vervoer voor hoogbegaafde leerlingen regelt. Maar dat even terzijde, daar kom ik dan in de commissie zoals ik u zei wel op terug. De heer Van der Put, u had het over de kinderen met een beperking en of daar dus eventueel, want daar hebben we het dus over, kinderen met een beperking worden altijd vervoerd, dus dat is verder geen probleem. En voor de overige, die kunnen natuurlijk, mochten er zich gevallen voordoen, die kunnen gebruik maken van de hardheidsclausule en daar kijken wij dan uiteraard naar. De heer VAN DER PUT: Even bij interruptie, voorzitter. De kinderen met een beperking worden inderdaad apart genoemd in de toelichting. Daar is geen discussie over. Maar de kinderen die gebruik maken van het speciaal primair onderwijs, daar wordt zonder meer maar van vastgesteld dat zij maar gebruik dienen te maken van het openbaar vervoer. Ik wil van u heel graag horen of u daar artikel 28 en 29 in voorkomende gevallen ook voor kunt gebruiken. Wethouder VAN GROENENDAAL: Uiteraard zullen we dat doen, dat is denk ik niet meer dan normaal. Maar dat wordt wel van geval tot geval bekeken uiteraard. Ik denk dat ik alle vragen heb beantwoord. Zo niet, dan hoor ik dat graag in tweede instantie. De VOORZITTER: Ja, en dan kijk ik rond wie er voor de tweede instantie het woord wil. De heer Van Oosterwijk, de heer Couwenberg, de heer Van der Put. Ik sla niemand over? Dan geef ik het woord aan de heer Van Oosterwijk. De heer VAN OOSTERWIJK: Dank u wel, voorzitter. Wellicht loop ik op de zaken vooruit, want de heer Van Iersel refereert er in zijn eerste termijn even aan, maar hij heeft niet gezegd daadwerkelijk met een initiatiefvoorstel te komen om het vervoer van hoogbegaafde kinderen in de gemeente Goirle te faciliteren. Ik kan bij voorbaat al zeggen dat mijn fractie daarmee niet in zal stemmen, met een dergelijke regeling. Dat heeft een tweetal oorzaken: 1. Er gaat een precedentwerking vanuit. Er zijn meerdere kwetsbare groepen die aan andere criteria voldoen, denk aan mensen die dyslectisch zijn of dergelijke aandoeningen, waarvoor je dan ook op basis van het gelijkheidsprincipe, waar de wijziging van deze verordening ook uit put als argument, waar je dus op basis van dat beginsel ook een regeling voor zou moeten verzinnen. Dat is één. Ten tweede denk ik niet dat de gemeenteraad van Goirle op de stoel van de wetgever moet gaan zitten. Als landelijk de signalen zo groot zijn dat het betreffende onderwijs in de Wet op het Primair Onderwijs en de Wet op de Expertise Centra verwerkt zou moeten worden, dan denk ik dat de wetgever die signalen wel oppikt, al dan niet via de VNG. Dus mijn fractie zal een dergelijk initiatief niet steunen. 34 1 februari 2011 De heer COUWENBERG: Voorzitter, buiten deze regeling valt deze doelgroep. Wij zullen wel naast deze regeling eenzelfde regeling op kunnen stellen en daarmee de vervoerregeling voor hoogbegaafden veiligstellen. Ik denk dat we dat gerust kunnen doen. Het gaat hier niet om zoveel mensen maar het is net zoals de heer Van Iersel zei, je gaat wel de onderkant, die 3%, ga je pakken, maar die andere 3% die ook ver van de nullijn liggen, die reken je daar niet onder. Ik denk dat we dat gerust kunnen doen. Die mensen hebben dat nodig. We hebben een schrijven gehad van de mevrouw die ingesproken heeft en zij heeft duidelijk aangekaart dat het wel zinvol was of goed was om deze te vervoeren. Ik heb toen nog gevraagd, want u hebt in uw antwoord naar ons toe in eerste instantie gezegd dat de dichtstbijzijnde school bezocht moest worden. Mevrouw had eventueel naar Tilburg gekund, maar ze heeft toch gekozen voor Udenhout, om een of andere reden, en ja, ik weet niet of dat voldoende is om haar dan de vergoeding toch nog te verstrekken als we die regeling stellen. De bal ligt eigenlijk bij de Partij van de Arbeid, want die heeft het initiatief aangekondigd, gesteund door de SP en de Lijst Couwenberg. Ik wacht dus maar af. De VOORZITTER: De heer Van der Put. Meneer Hendrickx, u wilde een vraag nog stellen? Heel kort graag. De heer HENDRICKX: Meneer Couwenberg, u spreekt over een mevrouw die ingesproken heeft. Wat u daar wellicht bij vergeet te zeggen, iets dat wel overduidelijk was, die mevrouw had het al geregeld, het vervoer voor haar kinderen naar de desbetreffende school en dan vind ik het wel bijzonder om daar achteraf dan alsnog een vergoeding aan te hangen. Verder sluiten wij ons helemaal aan bij de woorden van meneer Van Oosterwijk, die precedentwerking en dergelijke moeten we te allen tijde voorkomen, want zijn we straks ook kinderen met rood haar aan het subsidiëren voor dit vervoer en dat kan niet de bedoeling zijn. Maar wat u aangeeft, de inspreker, het was een goede inspreekbeurt. Echter, die mevrouw had het al geregeld en dat heeft natuurlijk altijd de voorkeur, dat mensen zelf, als ze het kunnen, het gewoon zelf regelen en pas in die gevallen waar het echt nodig is moet de overheid ondersteunen en niet omdat iemand er toevallig om komt vragen. Dat steunen wij zeker niet, meneer Couwenberg. De heer VAN DER PUT: Dan kan ik toch nu de verwachtingen van de heer Couwenberg invullen. Voorzitter, ik ben blij met het antwoord van de wethouder in ieder geval voor wat betreft mijn opmerking over de kinderen voor het Speciaal Primair Onderwijs. Als het gaat over de problematiek van het vervoer van hoogbegaafde kinderen, neem ik voor dit moment genoegen met de toezegging van de wethouder, dat hij zegt ik kom met een notitie in de commissie waarin we alle aspecten nog eens goed op een rij zetten. Ik denk voor dit moment, we moeten ons niet laten meeslepen in de waan van de dag. Het probleem is even iets te ingewikkeld om het college simpelweg een opdracht te geven om een analoge regeling als deze te ontwerpen voor hoogbegaafde kinderen. Dus ik wil daar graag in een notitie nog even in den gronde met de medeleden van de commissie en met het college over spreken, maar voor nu neem ik genoegen met die toezegging. Dank u wel. De VOORZITTER: Dank u wel. Dan gaan we over tot besluitvorming. Ik begrijp uit uw reacties dat u kunt instemmen met dit besluit. Ik kijk rond en ik zie dat u dat kunt doen. Dan is dit besluit genomen. De verordening is daarbij vastgesteld. 35 1 februari 2011 Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. 6. BENOEMING NIEUW LID COMMISSIE WELZIJN De VOORZITTER: Doordat het lidmaatschap van de commissie Welzijn van de heer Mark Verhoeven beëindigd is vanwege verhuizing, is er een vacature voor een lid van de commissie Welzijn van de Lijst Riel-Goirle en Lijst Riel- Goirle stelt voor om hierin te voorzien door de benoeming van de heer Jacobs. Nou is het altijd zo dat het stemmen over personen schriftelijk gebeurt. De stembriefjes worden uitgereikt. Daar staat de naam van de heer Jacobs op. U kunt uiteraard ook blanco stemmen of een andere naam opschrijven. Als u het zo inlevert straks, dan is het ook duidelijk dat u dan voor de heer Jacobs kiest. Er is een stembureau dat straks zal moeten tellen en ik wil graag de dames De Groot en Immink uitnodigen om het stembureau te vormen. De griffier haalt de briefjes op. Zeker, mevrouw De Groot, het is een zware verantwoordelijkheid en we weten zeker dat u die kunt dragen. Dan mag één persoon tellen hoeveel stemmen zijn uitgebracht. Er zijn achttien stembriefjes ingeleverd en nu dan de inhoud. Dank u wel, mevrouw De Groot en mevrouw Immink. Achttien akkoord, unaniem aangenomen, de heer Jacobs als commissielid voor de commissie Welzijn, een positie waarmee we hem graag willen feliciteren. Uit schriftelijke stemming blijkt dat de heer Jacobs unaniem wordt gekozen als lid van de commissie Welzijn. A-stukken 7. VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG 2011 De VOORZITTER: Tijdens de begrotingsvergadering is de motie “Verhoging van de norm om in aanmerking te komen voor langdurigheidstoeslag naar 105% van de geldende bijstandsnorm” aangenomen door de raad. Voordat de nieuwe inkomensgrens kan worden toegepast dient de verordening langdurigheidstoeslag 2009 ingetrokken te worden en de verordening langdurigheids-toeslag 2011, met daarin de aangepaste inkomensgrens, te worden vastgesteld door uw raad. Aldus besloten. Zonder hoofdelijke stemming wordt 36 1 februari 2011 conform het voorstel besloten. 8. (MEERJAREN-)BEGROTING EN STRATEGIEPLAN DIAMANTGROEP De VOORZITTER: Jaarlijks moet de begroting door het Algemeen Bestuur van de Diamantgroep worden vastgesteld. De Diamantgroep is niet alleen een bedrijf dat de Sociale Werkvoorziening uitvoert, maar positioneert zich ook als een leerwerkbedrijf. Deze ontwikkeling is mede ingegeven door veranderde wet- en regelgeving en maatschappelijke inzichten. Om goed en economisch rendabel te kunnen blijven functioneren is het van essentieel belang om in te spelen op bedoelde ontwikkelingen en inzichten. De begroting speelt in op deze ontwikkelingen. De gemeenteraad wordt in de gelegenheid gesteld om zijn gevoelens over de begroting kenbaar te maken. U gaat akkoord met dit voorstel. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. 9. VASTSTELLEN VERORDENING AMBTELIJKE BIJSTAND EN FRACTIEONDERSTEUNING 2011 De VOORZITTER: De gemeenteraadsfracties hebben op basis van de wet recht op fractie-ondersteuning en in Goirle heeft de raad in 2003 besloten om hiervoor een fractievergoeding in te stellen. Om meer lijn te brengen in de verantwoording van de fractievergoeding wordt voorgesteld om de verordening aan te passen. Aldus besloten. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. 10. VASTSTELLEN CONTROLE PROTOCOL JAARREKENING 2010 De VOORZITTER: De raad is opdrachtgever van de accountant, stelt de opdracht en het normatief kader, de regels die door de accountant gecontroleerd moeten worden voor de accountant vast. Op advies van de commissie Algemene Zaken zijn uiteindelijk geen suggesties voor specifieke onderzoeks-onderwerpen opgenomen in de opdracht. De heer COUWENBERG: Voorzitter, voordat de hamer valt, ik had een stemverklaring aangegeven in de commissie. Op 10, ja, vaststelling controle van de accountant op de jaarrekening 2010, om die een opdracht mee te geven. Ik had toen voorgesteld om ze de beleidsnota’s mee te geven, dan konden we tenminste werkelijk zien hoe het met de gemeente Goirle staat. 37 1 februari 2011 Dat was het, voorzitter, want ze doen nu alleen maar in getallen, maar we moeten wel de werkelijkheid weten, voor de wegen, de sport, het riool, enz. Tegen het voorstel. De VOORZITTER: Uw stemverklaring wordt dus opgenomen. We hadden hier geen verdere beraadslaging over, maar u heeft uw stemverklaring afgegeven. Dank u wel. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. De heer Couwenberg geeft in een stemverklaring aan tegen het voorstel te zijn. 11. VERENIGING PROGRAMMARAAD BRABANT De VOORZITTER: Gemeenten zijn volgens de Mediawet verplicht om een programmaraad in te stellen. Deze programmaraad wordt nu op het niveau van de Provincie Noord-Brabant georganiseerd. Daardoor wordt de Programmaraad Zuid opgeheven en in die Programmaraad Zuid zaten twee Goirlese vertegenwoordigers. Verzocht wordt om deze twee mensen onder dankzegging van hun taak te ontheffen. Ook dit agendapunt is hiermee afgehandeld. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. 12. VERORDENING BASISREGISTRATIE PERSONEN De VOORZITTER: De Wet Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens (GBA) is aangepast en de gemeentelijke verordening moet hierop worden aangepast en het gaat dan met name om de gevolgen van wetswijzigingen met betrekking tot het verplicht gebruik van GBA-gegevens en het terugmelden van vermoedelijke fouten. Het verplichte gebruik door andere instellingen moet ertoe leiden dat de burgers niet steeds opnieuw hun al bekende gegevens aan de overheid moeten verstrekken. Ook dit agendapunt is hiermee afgehandeld. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. 13. INGEKOMEN STUKKEN 38 1 februari 2011 De VOORZITTER: Zoals u weet zijn er verschillende rubrieken onder dit punt Ingekomen Stukken, maar alleen op de rubrieken A en C zijn er zaken binnengekomen. Voor de andere rubrieken zijn geen stukken ontvangen. Onder de rubriek A wordt voorgesteld twee stukken in handen van het college te geven voor advies ter voorbereiding van een raadsbesluit. U stemt daarmee in. En in categorie C wordt voorgesteld de volgende stukken voor kennisgeving aan te nemen, ook twee stukken. U gaat daar ook mee akkoord. De ingekomen stukken zijn hiermee behandeld. De VOORZITTER: Dan zijn we aan het einde van deze agenda gekomen en dan zijn we daarmee ook aan het einde van deze raadsvergadering gekomen. Voordat ik deze raadsvergadering zal afsluiten, wil ik u nog wijzen op het feit dat we bericht hebben gekregen dat het buiten erg glad is. Ik wil u waarschuwen als u zo dadelijk naar huis gaat. We hebben zelfs van Crisis.nl nog de waarschuwing gekregen voor extreme gladheid die ook hier het geval zou kunnen zijn en er werd me net bericht dat het hierbuiten ook glad is. Dus ik wens u in ieder geval… Wethouder VAN GROENENDAAL: Maar, voorzitter, er wordt gestrooid. De VOORZITTER: Maar er wordt gestrooid en ik wou u ook zeggen, als u af en toe even een blik naar buiten had geworpen, zag u de strooiwagen hier voor ook. Dus waarschijnlijk zal het allemaal goed verlopen, maar ik wil u toch aangeven voorzichtig te zijn. Ik wil u vragen om op te staan en een moment stilte te betrachten voor een persoonlijke overdenking. Dank u wel en ik sluit deze vergadering. Wel thuis. Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Goirle in zijn vergadering van 15 maart 2011. , de voorzitter , de griffier